REAGEREN, GELOVEN OF VERZINKEN?
OM GELOOF SMEKEN OF SPONTAAN GELOVEN?        
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Opnieuw heb ik een vraag aan u.
In de Bijbel vinden wij een oproep tot geloof en bekering. Vele (rechtzinnige) predikanten van nu maar ook uit het verleden hebben predikaties gehouden, waarin ze inderdaad oproepen tot het geloof in Jezus Christus.
Dominee B. echter zegt hierbij nadrukkelijk dat de oproep tot geloof niet inhoudt dat wij dit kunnen, hoewel het onze plicht is, maar dat deze oproep ons in de nood moet brengen: Heere, u eist geloof maar ik kan het niet.
Zelf trek ik hieruit de conclusie dat het doel van de prediking is dat een mens als een verloren zondaar voor God komt te liggen met de bede: Heere, ik kan niet geloven, kom mij te hulp.
Nu zijn er echter ook predikanten in de rechterflank van de gereformeerde gezindte, bij wie de toepassing als volgt is: Heere, ik kan zelf niets en ik heb niets, en ik ben een groot zondaar voor U, (enz.), daarom neem ik tot U de toevlucht. Gij kunt redden, Gij alleen. En in die uitleg is er reeds sprake van een vluchten en is er dus ook reeds sprake van geloof.
Ik vind het moeilijk om te verwoorden. In het ene geval is dus de boodschap:
1. Ga tot de Heere Jezus Christus met al je ongeloof en smeek Hem om het ware geloof.
In het andere geval is de boodschap:
2. Ga tot de Heere Jezus Christus en stort je hart voor Hem uit.

Mijn gevoel zegt dat het eerste juist is, maar mijn vraag is dan: in de Bijbel staat (bijna) nergens dat je de Heere moet smeken om geloof, nee je moet geloven. Er staat (bijna) nergens dat je moet smeken of de Heere je wil leren tot Hem de toevlucht te nemen, nee, je moet de toevlucht tot Hem nemen.
Enz.

Aangezien u een diep inzicht hebt in de Schriften, kunt u hier misschien wel een Bijbelse toelichting op geven. Zou u dat willen?

Alvast heel hartelijk dank!

Vriendelijke groeten, P .v.d. D.

--------------------------------------

Beste vriend P.,

Hartelijk dank voor je inzending en ik stel dat op prijs, maar ik moet je direct maar ontnuchteren, beste P. Ik heb geen diep inzicht in de Schriften. Had ik het maar! ‘k Ben zo oppervlakkig als een zeilboot, maar als de Heere Jezus nieuwelings een gat in de bodem van die zeilboot slaat, ja, dan verzink ik -net als Petrus- met mijn minuscuul geloofje in de diepte van de golven. Maar in dat zakken en zinken ter helle, in dat roepen om ontferming als een gans ontblote zondaar, ja, daar wordt ook nieuwelings de kennis geboren van God en Goddelijke zaken. Ja, dan vliegen de vonken er in Christus weer van af. Dat is de weg die de Heere met mij gaat, maar veel verstand heb ik er niet van. Ik bedoel: die geheiligde kennis heb ik niet op voorraad. Ik ben een geradbraakte zondaar SS, slechts een krijtje in de hand Gods en volledig afhankelijk van hetgeen de Heere mij schenkt en altijd in de duisternis van mijn eigen bestaan. Dank God in alles, Gode de eer van alles!
Ja, en nu weer die vragen. Mensen, het duizelt me dagelijks. Ik weet geen formule te geven van de hoed en de rand. De Schrift zegt: "Laat los en u zal losgelaten worden." Daar zit het op vast bij ieder mens.
Inderdaad, onder het bevel van geloof en bekering zakt er een volk ter helle, omdat zij niet kunnen? Nee, omdat zij niet willen geloven, niet willen dat God Koning over hen zijn zal. Vijanden worden met God verzoend!
De Heere heeft belang bij mijn zaligheid, anders zat ik nog in dat vergelegen land en voor mijn waarneming zit ik er gedurig. Maar ik heb toch een hemelse Vader die niet alleen gedurig op de uitkijk staat en Zijn oog op mij geslagen houdt, maar ook Zijn almachtige armen onder mijn hel heeft doorgeschoven in Christus. Dus in dat vergelegen land is de Heere geen land van uiterste duisternis, nee, dat ben ik, maar Hij is enkel Licht.
Je vraag: Om het geloof smeken?
Nee, geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf.
Ja, de mens wil maar gered worden met al zijn bidden en dat is natuurlijk, want de mens is niet geschapen om te sterven, maar om tot Gods eer te leven. En van dat leven hebben we onszelf beroofd.
Maar als die nood geestelijk wordt, als de Wet geestelijk wordt, dan wordt God GOD en zonde ZONDE. En als zo'n ziel dan het bevel hoort van geloof en bekering, dan wordt hij gaande hopelozer en gaande radelozer. Dan kan heel de wereld nog bekeerd worden, maar hij niet meer.
Ik ben voor aanstaande zondag DV de gelijkenis van de verloren penning een beetje aan het overdenken en als de Heere het geeft zullen in die preek je vragen wel ter sprake gebracht worden, en het zou toch groot zijn als het antwoord dan van de Heere zal zijn, want dan weet je het uit de Eerste hand.
Ja dat is waar: "...ga tot de Heere Jezus en stort je hart voor Hem uit...", maar als je dan kreupel aan beide voeten bent en als je handen eraf gevallen zijn vanwege de geestelijke lepra, en je stem kan geen geluid meer voortbrengen vanwege dat brullende beest van binnen, ja, ik kan me voorstellen dat zo'n ziel, zo'n verloren schaap, helemaal op de Goede Herder is aangewezen, nl. op Zijn zoeken en op Zijn vinden, want anders zou het met mij allang gedaan zijn.
Het bevel van bekering en geloof blijft vanzelf staan, maar een verloren zondaar blijft onder dat bevel niet staan, nee, die vaart ermee ter helle, om te vallen in het vrije van Gods welbehagen, namelijk in de armen van Christus. Ja, die Hanna, die kende er ook wat van: "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen", 1 Sam. 2:6.

Tot horens onder het Woord,

Hartelijke groet en Gode bevolen,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl