|
|
|
TR.: Beste Vriend GPPB, Uw schrijven aangaande VBOK/SIRIZ gelezen, nou, ik ben er ook lid van, afgelopen Augustus nog voor een jaar betaald, enkele jaren geleden aangegaan, maar niet de juiste keus, blijkt nu. Maar als ik morgen naar Schreeuw om Leven overstap ben ik geen gewetenloze schurk meer? Ds. Doornbos stemde altijd CU en nu SGP, maar onder de CU gingen de abortussen gewoon door en SGP wil best gedoogsteun geven ook al worden de abortussen niet tot 0 gereduceerd. Ik bedoel maar, wat voor waarde heeft iets nu eigenlijk?
GPPB.: Waarde TR, Die de wil van God doet in Christus, blijft in der eeuwigheid. Dat alleen heeft waarde en de rest is waardeloos. Wat de CU en de SGP doen heeft beide geen waarde, want wat die partijen voorstaan en doen, staat haaks op het ware geloof en de wil van God. Zonder geloof kun je God ook niet behagen als lid van Schreeuw om Leven. Laat dat duidelijk zijn.
TR.: Dat ik een schurk ben dat zal zeker zo zijn, want er staat geschreven: arglistig is het hart, ja dodelijk is het wie zal het kennen; een keel als een geopend graf van wegen de stinkende gruwelen die zich binnen in het mensenhart bevinden, daar doet wel of geen lid zijn van de een of de andere organisatie niets toe of af.
GPPB.: Wat je nu beweert, is eigenlijk een ernstige vorm van het bagatelliseren van de zonde, mede gelet op wat je nog meer in stelling brengt. Krachtens de Wet Gods is heel de wereld voor God verdoemelijk, daar doet inderdaad het wel of niet lid zijn van een of andere organisatie niets toe of af, maar je wilt me toch niet vertellen dat Gods ware kinderen in de zonde kunnen leven, dus dat ze vrijelijk lid kunnen zijn van allerhande goddeloze organisaties. Dat wel te leren is de reinste antinomianerij en het is in flagrante strijd met de liefde Gods, de band der volmaaktheid. Paulus leert door de inspiratie des Geestes in Romeinen 1-2: "Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?" De vrijheid die er in Christus is, is geen vrijheid voor het vlees. Degenen die zich excuseren vanwege het zondige vlees, leven nog als een oude mens onder de Wet. De moordenaar aan het kruis maakte geen excuus meer; integendeel, hij verdoemde zichzelf en rechtvaardigde God en toen viel genade vrij.
TR.: Tegen 1 gebod overtreden is het overtreden van alle geboden, al is het in gedachten. Onze erfzonde van uit het Paradijs, wie ja wie zal in zichzelf kunnen bestaan, onmogelijk, toch? Elke zonde is een Gods-moord en wij doen ze op dezelfde wijze als dat wij ademen.
GPPB.: Als je zo de Wet hebt leren kennen, dus als je ervaart schuldig te staan aan alle geboden, dan zegt diezelfde Wet dat je de (drievoudige) dood moet sterven. Gods volk sterft om te leven (Gal. 2:19). Is dat al gebeurt in je leven? En als je dan de oude-mens-dood gestorven bent, leef je jezelf niet meer, maar Gode. Jij spreekt echter vanuit je oude-mens bestaan, maar dan heb je inderdaad geen bestaan voor God, met alle voor en tegens die er zijn.
TR.: Ik denk wel eens, zondags werken doen we niet, maar bijv. onze auto voorzien we zonder bezwaar van brandstof, een product dat bij uitstek verkregen wordt door arbeid op zondag zowel in winning, raffinage als verkoop. Wij helpen dus onvoorwaardelijk mee dat mensen zielen het 4e Gebod rücksichtloos overtreden/vertrappen.
GPPB.: Voor de dienst van God is het geoorloofd dat je zondags bij wijze van spreken met de tractor, paard, of koets naar de kerk gaat, want het geloof heiligt alle dingen, let wel: dingen die niet in strijd zijn met de Wet Gods. Goud en zilver worden 7 dagen in de week geproduceerd, maar Christus zegt: "Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die het goud heiligt?" Matth. 23:17. Vul voor dat goud benzine in en je redenering is ontkracht. Let wel, het is alleen te verstaan in het kader van het geloof, want al wat uit het geloof niet is, is zonde.
TR.: Ik haal voor de kerk oud papier op, onschuldige bezigheid, toch, zou je denken, nee dus, als ik dan zie wat er soms tussen zit aan (onzedelijke) lectuur, maar het levert geld op.
GPPB.: Het doel heiligt ALLE middelen dus niet, ook niet met een excuus. Alleen die middelen die niet in strijd zijn met de Wet Gods kunnen als middelen het doel heiligen, hetgeen met genoemde (onzedelijke) lectuur nimmer het geval is. Bovendien is God niet om al die kerkelijke bazaars en oud papier verlegen, want Zijne is het goud en het zilver en het vee op duizend bergen. Al die kerkelijke bazaars staan in het kader van de koophandel in de tempel, die Christus vanwege de ere des Vaders reinigde en al die kooplui eruit geselde. Je staat dus nog wat te wachten!
TR.: Wij gebruiken internet met ons abonnement-geld onderhouden wij een medium wat grenzeloos is in gruwelijkheden en een afzichtelijkheid die z'n weerga niet kent. Enz. enz.
GPPB.: Beste vriend, het misbruik sluit het goede en wettige gebruik van internet niet uit. De duivel zit niet in de techniek als zodanig, maar in ons hart. Waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Internet is dan ook onderscheiden van TV. TV is wetteloos voorgeprogrammeerd en werkt bovendien indoctrinerend en is dus bijvoorbaat verwerpelijk, maar internet is een straat met goede en slechte winkels, zoals heel de wereld dat is. Gods kinderen staan midden in die wereld, hoewel zij van die wereld niet meer zijn, maar het is Gods volk niet verboden om een wettig bijbels gebruik van de wereld te maken. Dat geldt ook voor internet. Of mijdt je soms ook de steden waar bordelen zijn gevestigd? Nader gezegd: als een apotheek naast een bordeel is gebouwd, maak je evenwel een wettig gebruik van de apotheek, zolang je maar niet als een farizeeër je hoofd omwendt voor dat bordeel, want ons hart is een bordeel gelijk en om die reden durfde die van verre staande tollenaar zijn hoofd niet op te heffen naar omhoog. Maar toen hij gerechtvaardigd naar huis ging, had de Heere zijn hoofd opgeheven: "Gij heft mijn hoofd omhoog en doet m' Uw gunst aanschouwen. Laat al die self-centered farizeeërs vromelijk naar de grond turen, ik geef er nog geen cent voor.
TR.: Ik wil alleen maar zeggen: er is niet één aspect is, of het is door-desemt in ons mensen kinderen bestaan, waarin wij niet (rectificatie van inzender: niet moet zijn wel) als oneindige gewetenloze schurken in de schuld staan tegen over Die Hoge Heilige God en Schepper Aller Dingen.
GPPB.: Tenzij wij in Christus met God verzoend zijn geworden door rechtspraak en vrijspraak; alleen dan staan we niet meer schuldig voor God, maar Gods verzoende kinderen blijven tot hun dood gewetenloze schurken krachtens de geestelijkheid der Wet (Rom. 7:14). Maar die gewetensloze schurken in Christus hebben in de zonde hun vermaak niet meer, hoewel ze er dagelijks in vallen. Hun Leven is Christus en hun sterven gewin.
TR.: Dat HIJ ons geve het tollenaars gebed, gedurig zonder ophouden.
GPPB.: Die laatste opmerking is toch geen dekmantel voor kerkelijke voddeboeren die stiekem in onzedelijke lectuur gluren? Of je moet net als Job een verbond met je ogen gesloten hebben, maar in onze dagen is dat schier onmogelijk. Het is een leven van alle dagen sterven, omdat we enkel zonde zijn, tenminste als we der Wet gestorven zijn en Gode leven. Dan nog geldt: arglistig is het hart, meer dan enig ding, wie zal het kennen? De gedurige bede mag wel zijn: "Doorgrond en kent Gij mijn hart, o Heere!" De Heere mag er toch wel inkijken, in dat hart van u en mij? Of hebben we nog wat te verbergen? De vloekende Petrus had niets meer te verbergen in de raadzaal van Kajafas, toen de Heere Jezus hem aankeek met ogen van eeuwige liefde.
TR.: Maar u blijft wel mijn vriend, want o.a. middels u wordt mij heel veel onderwijs gegeven.
GPPB.: "Gelooft een vriend niet, vertrouwt niet op een voornaamsten vriend; bewaar de deuren uws monds voor haar, die in uw schoot ligt. Want de zoon veracht den vader, de dochter staat op tegen haar moeder, de schoondochter tegen haar schoonmoeder; eens mans vijanden zijn zijn huisgenoten. Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils; mijn God zal mij horen", Micha 7:5-7. Geve de Heere dat vele dwalenden van geest tot het verstand mogen komen in Christus. Als de Heere aan Zijn verbond zal gaan gedenken, ja, dan zal ook in vervulling gaan, hetgeen Jesaja profeteert: "En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen de lering aannemen", Jes. 29:24.
|
|
|
|
|
|