|
|
|
Geachte heer Burggraaf,
Staande op de wachttoren, is het de plicht van een getrouwe wachter om de mensen te waarschuwen voor de naderende oordelen, opdat zij zich zouden bekeren. Zo zie ik ook uw website, namelijk als een rokend vlaswiekje temidden van een krom en verdraaid geslacht. U moet wel bijzondere ondersteuning ontvangen van de Heere, anders houdt geen mens dit vol, zo in zijn eentje. Maar ik vrees dat we in een tijd leven dat de oordelen niet meer af te bidden zijn. De kerken zijn opengebroken muren, ons land is verkocht aan het Euro-Babel en het publieke geloofsgetuigenis ontbreekt. Wij hebben God verlaten, wat voordeel zouden we hebben? Het lijkt allemaal een aflopende zaak. Het is echter gauw gezegd dat de Heere regeert, en hoewel dat helemaal waar is, lijkt toch alles overgeven te worden. Ik ben het helemaal met u eens dat de media, met name het Reformatorisch Dagblad, dit proces alleen maar versnellen. Alles wat de naam Reformatorisch draagt moet elke lading dekken. De godsdienst heeft vrijspel en Gods volk is aan handen en voeten gebonden. De machten en krachten maken zich op en je kunt nog geen dominee vertrouwen. Er heerst een algehele betovering. Evenwel, de toekomst des Heeren genaakt. Broeder, nog een verdrukking van tien dagen, dan zullen we de Koning zien in Zijn schoonheid.
met heilbede,
P. v. L.
-----------------------------------
Geachte broeder,
Na de Heere dank voor uw briefje, maar dat mannetje op die wachtoren is maar een mannetje met onreine lippen, staande temidden van een volk dat onrein van lippen is. Dat mannetje moet het elke dag uitroepen: "Wee mij want ik verga, dewijl ik een man ben van onreine lippen", vleselijk, verkocht onder de zonden, en toch gegrepen, van onder eeuwige armen. Christus, broeder, Christus, Hij is de getrouwe Getuige, Die de pers alleen getreden heeft en niemand van de volkeren was met Hem. Dwars door de oordelen heen, blijft Christus Dezelfde, gisteren en heden voor een onheilige heilige. Wij leven, omdat Hij leeft. Zijn raad zal bestaan, Hij zal al Zijn welbehagen doen. Gelukkig is het een aflopende zaak; ik zie er naar uit dat de reformatorische bolwerken geslecht zullen worden, opdat de Koning der ere inga! De Heere, sterk en geweldig, zal al Zijn vijanden onder Zijn voeten verpletteren. Welgelukzalig zijn zij, die op Hem betrouwen.
Hartelijke groet en zegen,
GPPB.
|
|
|
|
|
|