|
|
|
Geliefde en onbekende vriend in Christus, Ik was het zo met u eens hé, over de refoscholen! Ja, vraagstellend hoeft u niet zeggen dat de Heere Zijn kandelaar weggenomen heeft uit de afscheiding, want Gods Woord en ook door het getuigenis van Gods Geest weten wij dat God de afscheiding een kracht der dwaling heeft gezonden, opdat zij de leugen geloven zouden. Dat men hier niets van wil weten, dat staat voor hun verantwoordelijkheid! Geliefde vriend, de waarheid van Gods Woord en het getuigenis van Gods Geest zeggen mij dat Hij straks zal spotten wanneer hun vreze komt. Ik geloof dat er niet één kerkvervband meer is in Nederland waar de Heere Zijn kandelaar nog heeft staan, hoewel God doorgaat met het zaligen van zondaren, dikwijls tot vijandschap en bitterheid in de gevestigde kerkverbanden. Want God rechtvaardigt goddelozen die het tweevoudige zondepak (erf- en dadelijke zonde) voelen drukken op hun schouders. Oh! En als dat volk in de hel zakt en uitroept, "verloren, voor eeuwig verloren", dan treedt Christus tussenbeide en draagt Hij Zijn verloren volk uit de hel van hun bestaan en stelt ze zo schoon voor aan de Vader, dat Hij zal zeggen: "Ik zie geen vlek en rimpel meer aan u, geheel zijt gij schoon!" Gewassen en gereindigd, teruggebracht in een herstelde vrede met een drie-enige God, waar Christus de Middelaars-oorzaak van is. Dat is zaligheid, namelijk vol van God en vol van Christus door de inwoning van Gods Heilige Geest. Heb je het dan altijd? Ach, Gods volk sterft duizend doden, zij vallen duizend keer, maar oh wonder, (dit heeft de Heere onlangs gesproken in mijn ziel), Hij is gisteren en heden dezelfde! Deze bevinding werkt nu een heilzame hoop, dat Hij, wanneer wij duizend en één keer zijn gevallen, wederkomt en ons naar lichaam en ziel volkomen herstelt in de gemeenschap met God. Oh! Lieve Heere Jezus gij zijt de Bron van alle leven en zonder U is er geen leven, maar enkel dood, enkel droefheid, enkel verlorenheid. Maar in U ligt de zaligheid, de zekerheid, de vergeving der zonde, de vrede, de rust, ja in U ligt God Zelf verklaard. Oh! Wonder, wonder, wonder! Gode bevolen! R.J. V.
|
|
|
|
|
|