SPURGEON'S HOUTEN BEEN
SPURGEON IS GEEN ARMINIAAN, MAAR SOMS WEL ARMINIAANS   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Uw artikelen lees ik nog steeds met veel interesse. Nu heb ik opnieuw een vraag, namelijk deze: op internet kwam ik een preek van Spurgeon tegen, die mij hier en daar Arminiaans in de oren klinkt. Als de naam van Spurgeon er niet bij zou staan, zou ik denken dat het een preek van een evangelische voorganger was, of van een een spreker voor jijdaar...
Met name de laatste woorden lijken zo een samenvatting te zijn van een avond van Jijdaar:

Spurgeon-citaat:
"Mijn tijd is om. Ik moet dit laatste stuk afsluiten met de toevoeging dat, zondaar, wie u ook bent, God u nu gebiedt in Jezus Christus te geloven. Dat is Zijn gebod. Hij gebiedt u niet iets te voelen, of iets te wezen om uzelf daar geschikt voor te maken. Welnu, wilt u de schuld op u nemen van God tot een leugenaar te maken? Daar zult u zeker voor terugschrikken: durf dan te geloven. U kunt niet zeggen: "Ik heb geen recht." U hebt een volmaakt recht om te doen wat God u zegt te doen. Zeg me niet dat u niet geschikt bent: er wordt geen
geschiktheid gevraagd. Het gebod is u gegeven, het is aan u om te gehoorzamen, niet om te redetwisten. U kunt ook niet zeggen dat de opdracht niet aan u
gericht is: dit gebod wordt verkondigd aan alle schepselen die onder de hemel zijn. En nu, ziel, het is zo'n aangename zaak om de Heere Jezus Christus te
vertrouwen, dat ik mezelf graag zou overtuigen dat u niet overreed behoeft te worden. Het is zo'n verblijdende zaak om een volmaakte zaligheid aan te nemen, om zalig te worden door dat kostbare bloed. Om zo'n schitterende Zaligmaker te trouwen, dat ik graag zou willen hopen dat de Heilige Geest u geleid heeft om uit te roepen: "Heere, ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp." Amen.

Zie: http://www.gereformeerdegemeenten.com/

Als God geloof gebiedt, gaat dat niet buiten ootmoed, boetvaardigheid, schuldbesef en berouw om; dat staat onlosmakelijk met het ware geloof in
verband. (Jonathan Edwards).

Spurgeon lijkt te suggereren dat geloof apart verkrijgbaar is en dat het geen gave Gods is, die de Heilige Geest op Zijn tijd in het hart werkt. "Je moet het gewoon doen. Anders blijf je voor niks in het duister. En je maakt God tot een leugenaar." Dat zeggen de evangelicalen ook: "Je moet geloven dat Jezus je zonden heeft vergeven, anders maak je God tot een leugenaar."

Het is hier bij Spurgeon niet: "Ik heb de Heere lang verwacht", en: "Ai, werd mijn ziel door U gered", en: "Wees mij zondaar genadig." Nee..., de mens moet zélf de stap zetten en geloven. Niet de goddeloze wordt gerechtvaardigd, maar de mens die durft te geloven! Al is het dan nog met veel ongeloof gepaard, hij durft het dan toch maar!

Je moet durven geloven... Wat moet je geloven? Dat je een kind van God bent? Je bent een goddeloze en je moet geloven dat je een kind van God bent?
Of moet je geloven dat je een gelovige bent? Je bent een goddeloze en je moet geloven dat je gerechtvaardigd bent?

Ik ben benieuwd hoe u dit ziet. In ieder geval ben ik erg huiverig voor deze preek van Spurgeon. Als zo'n preek zondag in de kerk zou worden gelezen, vrees
ik dat velen zich de zaligheid zouden toe-eigenen omdat ze "moeten durven geloven", zonder dat er sprake is van de andere elementen van de ware bekering, zoals boetvaardigheid, verlangen naar heiligheid, liefde tot God en Christus, afkeer van de zonde, enz.

Ik ben benieuwd naar uw reactie!

U mag het wel weer plaatsen op uw site, want wellicht hebben anderen er ook wat aan, wanneer u er op in gaat.

Alvast hartelijk dank!

Vriendelijke groeten, P.v.d. D.

----------------------------------

Geachte vriend, Peter,

Ik heb de vertaling van Stichting Tabernakel naast de originele engelse versie van deze Spurgeon-preek gelegd, maar het bleek dat Stichting Tabernakel eigenhandig toevoegingen geplaatst heeft die in de Engelstalige preek niet voor komen. Bijv. in de vertaling wordt van een ‘algemeen aanbod van genade' gerept, terwijl Spurgeon alleen het enkelvoudige woord ‘Gospel' in de betreffende zin gebruikt. Stichting Tabernakel doet dus aan vervalsing in geschriften. Ik heb niet de hele preek gecontroleerd, maar genoemde vervalsing viel me al dadelijk op en dan houd ik het verder voor gezien. Ik heb de preek verder wel in het Engels gelezen (Klik op de klik hier link).

Spurgeon is in deze preek inderdaad arminiaans. Geloofsvertrouwen is wel een van de eigenschappen van het ware geloof, maar wel de laatste. Kennis en toestemmen gaan voorop, ofwel: ermee gepaard. Een onontdekte zondaar vertrouwt zich nooit aan Christus toe op commando van geloof. Van nature zien we Christus als een bedreiging voor ons leven! De mens moet niet alleen ingewonnen worden, maar ook overwonnen en dat is een werk Gods en des Heiligen Geestes. Deze Spurgeon-preek is juist grotendeels een wettische en voorwaardelijke voorstelling van zaken, maar er zijn maar weinigen die dat zien en erkennen.
Spurgeon veegt wel alle voorwaarden om in Christus te geloven terecht van tafel, maar hij begaat een grote fout door het gebod om te geloven te leggen in het vermogen van de mens. Voorwaardelijker kan het niet! Spurgeon veegt terecht alle voorwaarden om te geloven van tafel als zijnde wettisch, maar hij begaat in tegenovergestelde richting dezelfde fout, door de mens een geloofsvermogen aan te praten, hetgeen dubbel wettisch is. Bovendien rept hij met geen woord over de onvoorwaardelijke(!) bediening der Wet en des Geestes, namelijk hetgeen er geschreven staat in Johannes 16:8-9: "En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: van zonde, omdat zij in Mij niet geloven", enz. Daarbij bevindt de zondaar onder de Wet zich onder de toorn Gods, hetgeen Spurgeon bijna loochent, terwijl hij dat zelf wel grondig heeft ervaren. Men leze zijn bekering. Spurgeon overschreeuwt in deze preek zichzelf en dat zijn er meer die dat doen.

Ik ben verheugd dat je een en ander mag onderkennen, maar boetvaardigheid is geen voorwaarde om te kunnen geloven. De ware boetvaardigheid is een vrucht van het geloof en dat is ook het berouw. Als een mens nooit in de spiegel der Wet gekeken heeft, zal hij echter nooit in Christus geloven, niet omdat de kennis der zonde een voorwaarde is, maar omdat de oude mens voorwaardelijk is en daarom ontdekt, ontbloot moet worden, ja, sterven moet. Onder de eis der Wet houdt geen mens het overeind. Die dat wel kunnen weten niet van de geestelijkheid der Wet. De oude mens onder de Wet zal NOOIT geloven en daarom moet de oude mens de dood in. Dat is in het lichaam van Christus reeds gebeurd en dat is ook de grond, maar achter dat geheim kom je niet door een rationeel geloof van de oude mens. Toch rechtvaardigt God alleen en uitsluitend de goddeloze, maar de goddeloze die gelooft is geen oude mens meer, hoewel er substantieel met die mens niets verandert en derhalve goddeloos is en blijft, ja, vleselijk is en verkocht onder de zonde. In Christus is de mens volmaakt die hij voor God wezen moet, echter niet op grond van het geloof, maar op grond van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Maar dat gaat wel door een weg, waarvan Paulus melding maakt in Romeinen 7:9: "En zonder de Wet, zo leefde ik eertijds; maar als het gebod gekomen is, zo is de zonde weder levend geworden, doch ik ben gestorven."
Daar weten al Gods kinderen van en niemand van Gods kinderen heeft naar het gebod gevraagd, maar het gebod dient zich onvoorwaardelijk en ongevraagd aan, tot doding van de oude mens.

Vr. : Moet de mens daarop wachten?
Antw.: Nee, geen moment, maar de mens wacht het af, met al zijn goede voornemens en zijn conclusiegeloof, totdat...., totdat het gebod inkomt en heel die vrome mens afgesneden en als een stuk brandhout voor de hel openbaar gemaakt wordt. Ja, dan kan God Zijn Zoon kwijt aan zo'n dode hoop, want de doden zullen horen...

Spurgeon suggereert inderdaad dat het geloof apart verkrijgbaar is en hij dringt aan op het doen en op een durfgeloof, maar de mens wordt daar niet gelovig van, maar verdoemelijker. Predikers die zelf de toepassing bij hun hoorders maken door te zeggen dat je geloven moet dat God hun zonden vergeven heeft, of dat zij bij de mensen erop aandringen dat zij geloven moeten dat ze een kind van God zijn, zijn valse leraren, hoe evangelisch zij zich ook voordoen.
Nu zeg ik niet dat Spurgeon een valse leraar is, maar hij bedient zich weleens van hun vleiende wartaal. Het geloof in de vergeving der zonden komt niet tot stand door doe-geloof, maar door de vrije schenking des Vaders in Christus aan een gans verloren ziel. Anders is het ook nooit een wonder. Zalig worden is nog steeds een onbegrijpelijk Godswonder, maar bij de vrije wilsdrijvers is het wonder volledig zoek. Ik vraag me dan ook af wat die mensen in de hemel moeten doen.

Nu zeg ik niet dat Spurgeon een vrije-wils-drijver is, maar soms bedient hij zich wel van hun kunst-en-vlieg-werk en dan zeg ik: Spurgeon, ik geloof wel dat je een kind van God bent, maar wel eentje met een stel gladde streken. En dat kan van alle kinderen Gods gezegd worden, (ik de grootste), maar aangezien ik bijzonder allergisch ben voor het zielsbedrieglijke arminianisme, moeten we Spurgeon hierin zeker niet naar de mond spreken, hoewel hij nu alle arminiaanse streken te boven is.
Nogmaals, Spurgeon is beslist geen arminiaan, maar ja, de boter onder zijn schoenen is mij wel eens te glad. Derhalve heeft Spurgeon de leer en de bevinding van de rechtvaardiging van de goddeloze niet geheel recht verstaan, maar dat geldt schier voor alle puriteinen. Dit soort vrije-wils-preken baart kerken vol "gelovige" rijke jongelingen die echter van hun drek niet gewassen zijn.

Hoewel er geen enkele voorwaarde of geschikte gestalte voor de mens bestaat om in Christus te geloven, is de toepassing van het heil in Christus er alleen voor verloren zondaren. Niet de zondaar voor Christus, maar Christus is uitermate geschikt voor een verloren zondaar. Immers, Christus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was en voor niemand anders. Dat zijn dus niet alle zondaars in het algemeen, maar alleen diegenen die daadwerkelijk verloren zijn en der Wet gestorven zijn door de bediening des doods. Dat zijn de vermoeiden en belasten, die bezwijken onder de last der zonde en door de Vader tot Christus getrokken worden, en die en die alleen worden opgewekt ten uiterste dage door de stemme des Zoons van God!
Het Evangelie van vrije genade komt wel tot elke zondaar zonder voorwaarde vooraf, maar dat wil niet zeggen dat de opstellers van de Heidelbergse Catechismus in het achterlijke bankje gezet moeten worden als zij verklaren hoe we tot de enige Troost beide in leven en sterven kunnen geraken in de orde van ellende, verlossing en dankbaarheid. Die orde is volledig bijbels en ook bevindelijk waar.
Spurgeon distantieert zich doorgaans van de bediening des doods, waarvan Paulus melding maakt in Romeinen 7:9 en Galaten 2:19, maar degenen die dat doen, preken een rationeel geloof en daarmee zal de bodem der hel bedekt zijn.

Ik zeg niet dat Spurgeon nooit een goede preek gehouden heeft, o ja, velen zelfs, maar in deze preek preekt hij het geloof inderdaad niet als een gave Gods, maar als een vermogen in de mens. Hoewel wij Spurgeon niet onder de arminianen rekenen, heeft hij zich wel dikwijls bediend van arminiaanse uitspraken. Arminianisme is echter nooit de tegenpool voor wetticisme, want beide dwalingen maken de zandgrond uit van Rome. Bovendien is arminianisme ook wetticisme en daarmee zijn de jongerenbewegingen, zoals stichting Hartkraai en Stichting Jijdaar dan ook vergeven. Zij happen gretig in op preken zoals deze van Spurgeon, want de mens wil nu eenmaal makkelijk zalig worden. Het Schriftgegeven "daar de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt", dat wil zeggen door de weg van het recht, wordt dan ook pijnlijk gemist in deze preek en ook bij genoemde arminiaanse bewegingen, die zich met reformatorische namen indekken.
Deze preek van Spurgeon is niet alleen eenzijdig, maar ook misleidend, terwijl Spurgeon zelfs een beroep doet op Huntington, Saltmarsh en Crisp. Spurgeon gaat hier echter te kort door de bocht, omdat Saltmarsh en Crisp ook niet geringe dwalingen hebben geleerd. Het gaat me nu te ver welke dwalingen dat geweest zijn, daar komen we wellicht nog een andere keer op terug, D.V.
De apostelen en profeten preken de VOLLE raad Gods, nl. Wet en Evangelie, dood en leven, vloek en zegen, hel en hemel, het rijk van de duivel en het rijk van Christus, de brede en de smalle weg, enz.
Te zeggen dat het gevoel geen grond is om te geloven is zeer juist en een gevoelsgeloof is dan ook zeer bedrieglijk, maar men moet mij niet vertellen dat de mens zonder gevoel tot het geloof in Christus komt, want degenen die God tot Christus trekt worden gevoerd met smeking en geween vanwege de last der zonde. "Och Heer' och wierd, mijn ziel door U gered!" Dat is evenwel nog geen wedergeboorte, want hoewel dat zaad in de goede aarde gezaaid is, zal het eerst sterven, alvorens in Christus te geloven. "Als het zaad in de akker niet valt en sterft, brengt het geen vrucht voort."
Spurgeon zegt wel alle voorwaarden van tafel te vegen, maar dat had hij ook met twee zinnen afgekund, terwijl hij daar een overtollige en langdradige aandacht aan schenkt en daartegenover een vrije wil plaatst om te geloven. Derhalve is deze preek van Spurgeon vol van de Wet en van het gebod. Ach, als de mens zich maar verloren weet, dan is Christus de Eerste en niet het geloof.

Ik wil beslist niet te uitleggerig zijn, want het is geloofsleer en geen begripsleer, maar elk mens is geboden om te geloven. Je moet echter een dood mens eens gebieden om te geloven, dat is hetzelfde als te vissen in de Dode Zee. Hetgeen God alleen kan, nl. doden levend maken in het geven van de wasdom op de prediking, mag een predikant zich nooit pretenderen dat te kunnen en toch zijn er velen die zich het werk van de toepassing aanmeten, die alleen God toekomt. Die hoogmoed komt voor de val. Spurgeon was dan ook doorlopend moedeloos en om die reden ging hij elk jaar een paar weken naar de Costa del Brava om tot zichzelf en tot rust te komen. Ja, dat heb je van al dat wegwerk aan de brede weg. Alle predikanten met een "burn out" kun je daar vinden, omdat zij lasten op zich nemen die te zwaar zijn om te dragen.

Spurgeon preekt dan ook een totaal verkeerde orde: eerst 'de mens die geloven moet', en verbindt daar de conclusie aan van 'het rechtvaardig zijn voor God'. Dat noemen wij een conclusiegeloof, maar daar kom je voor eeuwig mee om. Elk mens ligt gevangen onder de Wet en de ware ontdekking daarvan gaat gepaard met een majesteitelijke gewaarwording van de toorn van God over de zondaar, die leidt tot de dood van de oude mens en tot het Einde van de Wet, nl. Christus. God in Christus is de Eerste, niet het geloof. Christus spreekt DE doden levend door Woord en Geest, namelijk die der Wet gestorven zijn, en die Zijn stem gehoord hebben met kracht in hun hart, die zullen leven, ofwel geloven.

In het kader van de rechtvaardigmaking gaat het woord der belofte namelijk gepaard met de kracht en de toepassing des Geestes, maar dat feit laat Spurgeon nagenoeg onaangeroerd, tenminste in deze preek. Stichting Jijdaar-dominees voelen zich blijkbaar heel populair als zij Spurgeon staan na te papegaaien op het circuspodium van heidaar, maar dat de wormen daarbij hun broekspijpen uitkruipen zijn ze zich blijkbaar niet bewust. De grond om in Christus te geloven is Christus Zelf, niet mijn recht om te geloven. Bij Spurgeon moet je je recht laten gelden om te geloven, maar een dode zondaar heeft maar 1 recht, nl. de eeuwige rampzaligheid.

Spurgeon spreekt zich ook behoorlijk tegen als hij zegt: "Moeten we de verhoogde slang voorhouden aan degenen die genezen zijn?"
Dat is een absurde stelling, want Christus wordt zonder enig onderscheid middels de rechte prediking in het midden van allerlei soort mogelijke zondaren verhoogd, maar dat wil niet zeggen dat degenen die op het Lam Gods mogen zien tot vergeving der zonden dat doen als gevolg van een beroep op hun vrije wil. Bovendien werden alleen diegenen genezen die op de slang zagen, maar wel in de weg van het wonder. Als de slang door Mozes verhoogd wordt temidden van de stervende menigte, is dat een ongelooflijke openbaring voor de stervenden die op de slang mochten zien, iets waar zij nooit meer op gehoopt en gerekend hadden.

Geestelijk is het dan ook zo dat de geopenbaarde Christus in de toepassing de mens DOET geloven. Spurgeon leert wel dat de mens van nature door de slang gebeten is, maar hij leert niet dat een dode zondaar daaraan ontdekt moet worden, tenminste niet in deze preek, laat staan dat hij leert dat de zondaar tot het geloof komt uit oorzaak dat Christus Zich in zo'n zondaar openbaart door Woord en Geest en tot Zijn verdoemde hart van vrede en vergeving spreekt.
Christus SPREEKT Zijn volk zalig en gelovig door de belofte persoonlijk te adresseren met de kracht des Heiligen Geestes. Dat is de bijbelse toepassing van het heil, nl. zonder de werken der Wet en zonder voorwaarde vooraf, hoe minuscuul het ware geloof ook moge zijn.

Het gebod om te geloven wordt niet effectief door de reagerende mens, maar door de toepassing van het gebod, zoals we bij de stokbewaarder kunnen zien. Paulus deed geen beroep op zijn vrije wil, want die man had een geknechte wil, nl. om een eind aan zijn leven te maken. En dan wordt die man -die zich alleen maar het oordeel kon toe-eigenen- in een wel toebereide aarde gezaaid, maar als hij nog wat meent te moeten doen tot zijn zaligheid, dan krijgt hij de genadeslag: "Gelooft in den Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden, gij en uw huis." Die man moest dat bevel niet opvolgen, want hij ontving ter plekke de toepassing en zonder de toepassing blijft het gebod alleen en de mens alleen. Als het zaad in de akker niet sterft, zo blijft het alleen, maar als het sterft, wordt het gestorven zaad in het levend Zaad een nieuwe schepping. Het gebod om in Christus te geloven blijft wel staan, maar als het geloof als een wet wordt afge-eist, dan komt er 1 brok verdoemelijk ongeloof openbaar en niet een dapper gelovige.

Spurgeon preekt wel het Evangelie voor zondaren, maar die zondaren moeten bij Spurgeon nog durf en geloof meebrengen. Nou, zo is het bij mij niet gegaan, hoewel de zaak wel onvoorwaardelijk vlak viel toen het recht geopenbaard werd. "Kom ik om, dan kom ik om", ja, maar dat was voor mij geen durven, maar een heilige vanzelfsheid. Toen ik gans en al verloren lag en ging en zelfs mijn smeekbeden tot zonde werden, toen is Christus mij verschenen van verre tijden en plaatsen in de hel van mijn bestaan en omdat Hij Zich aan mij openbaarde, mocht ik op Hem zien tot vergeving van al mijn zonden. Toen dacht ik niet eens aan mijn geloof, omdat de Voleinder des geloofs heel mijn hart en zinnen in beslag nam. Later begreep ik wel dat het zonder geloof niet gegaan is, maar ik was zo vol van Christus, dat ik toen geen benul had of dit alles wel door het geloof was, maar het geloof was er zeker, nl. als een gevolg van de vrijspraak in Christus. Ik was wel onvoorwaardelijk gemaakt in de aanvaarding van mijn rechtvaardige vloek en doem, maar dat was voor mij geen voorwaarde waaraan ik moest voldoen; integendeel, toen ik Christus zag geopenbaard in de spiegel van een verdoemende Wet, is het wonder in een punt des tijds geschied en het is een wonder in mijn ogen, ik zie het, maar doorgrond het niet.

U ziet dat vele predikers de orde omdraaien en van het geloof een soort middelaar maken, ofwel een houten been, maar dan geloof ik toch in een andere Middelaar, de Christus der Schriften, Wiens eigen ik ben. Die Middelaar kende Spurgeon ook en hij is nu alles te boven.

Hopend u hiermee in Christus van dienst geweest te zijn, verblijf ik met een hartelijk groet,

GPPB.

PS. Dank God in alles!


http://www.derokendevlaswiek.nl