U KOMT DE BELOFTE TOE
'U KOMT DE BELOFTE TOE' IS DE BELOFTE ZELF NIET, MAAR EEN VERWIJZING NAAR DE VOORRECHTEN VAN HET VERBOND   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Geachte heer Burggraaf,

Ds. A. Simons (PKN) beweerde onlangs op een avond van stichting JIJDAAR in een vragenronde, dat de belofte die Petrus noemt in Handelingen 2:39 van toepassing was op alle hoorders van het Woord. Daarbij zei ds. Simons ook dat de laatste passage van dezelfde tekst "zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal", ook van toepassing was op alle hoorders des Woords en daarbij verwees ds. Simons naar de Kanttekeningen. Maar in de Kanttekeningen van de SV staat heel iets anders dan ds. Simons beweerde, namelijk:

83) "toe roepen zal".
Namelijk tot de uitverkoren Joden, door de predikatie des Evangelies.

Ds. Simons beriep zich ook op de Kanttekeningen, maar ondertussen loochende hij letterlijk dat de laatste passage van de tekst niet van toepassing was op de uitverkorenen, maar op alle hoorders des Woords, "anders -zo zei hij- zwak je de belofte af."

bron:
http://www.jijdaar.nl/index.php?option=com_docman&task=cat_view&gid=161&Itemid=160

Kunt u er nog iets over zeggen vanuit de Schrift?

Hartelijke groet,

Mej. K. van L.

------------------------------------

Geachte mej. Van L.,

Ja, eigenlijk hebt u de dwaling van ds. Simons al terecht aangewezen en met feiten bewezen, maar ik wil er ook nog wel iets aan toevoegen, omdat het hier gaat om een belangrijke zaak.
1e. Wat er op de jongerenavonden gepreekt wordt, of het nu stichting 'jijdaar' is, stichting 'hijdaar', of stichting 'hartkraai' het is allemaal arminianisme van de eerste orde. Simons werpt zich op als een soort middelaar van de 21e eeuw die Christus bij je op schoot legt en zelfs pretendeert Christus in je hart te leggen.
Simons en zijn HeartKraai-kornuiten wedijveren met de zaligverklaringen van Rome. Bij zo'n leer is de zondaar het werkwoord en Christus is het lijdend voorwerp, Die je kunt aannemen of verwerpen, net hoe je pet staat. Ik heb dat boek reeds lange tijd uit.
De sentimentele voordracht van ds. Simons is zo bedriegelijk als het weerbericht. Ik heb wel zoveel preken van Simons gehoord dat ik met zekerheid kan zeggen dat Simons het zaad dat op steenachtige plaatsen gezaaid wordt -dat ziet op degenen die het Woord terstond met vreugde ontvangen- voor zaligmakend werk houdt en zo de jeugd bedriegt voor de eeuwigheid.
Christus leert uitdrukkelijk: "Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd", Matth. 13:20-21.
Ik heb er onlangs nog over gepreekt (Zie: Klik hier link).
Simons zou tegen de wijze bouwer zeggen, hetgeen hij ook vanaf het hollywood-podium van stichting Jijdaar preekte, namelijk: "Waar wacht je nog op? Ik leg Christus in je hart!" En de dwaze bouwer met zijn ongefundeerde bouwpakketgeloof zou van Simons een schouderklopje krijgen, omdat hij het Evangelie gaarne aangenomen had, echter zonder doorstoken in het hart te zijn zoals de Pinksterlingen in het hart doorstoken werden op de afsnijdende prediking van Petrus: "... Dien gij gekruisigd hebt..."
Simons preekt haaks op hetgeen geschreven staat in Jeremia 4:3: "Braakt ulieden een braakland en zaai niet onder de doornen", om over de noodzaak van een weltoebereide aarde nog maar te zwijgen. Het is bij Simons alles aanbod wat de klok slaat, voor elk wat wils, maar er is een volk op aarde dat onder het aanbod van vrije genade verloren gaat, omdat het aanbod van vrije genade de mens tien keer verdoemelijker maakt dat de vloek der Wet. Toen vrije genade aangeboden werd, had ik geen handen om het aan te nemen, maar toen Christus geopenbaard werd vanuit het recht des Vaders in het oordeel van mijn dode en Godevijandige bestaan, toen viel genade vrij.
Simons preekt de zondaar echter zalig buiten het recht om, met een arminiaans vrij-aanbod-evangelie, dat echter HET Evangelie niet is. En van een vrijwillige strafaanvaarding op het gerucht van een gewillige Christus, hoor je Simons helemaal nooit, en ook niet van de macht der zonde. Bij Simons is het wonder van vrije genade dan ook totaal verdwenen, want de mens gelooft en neemt het Woord met blijdschap aan en Christus mag toekijken. Derhalve predikt Simons een arminiaans evangelie, want bij Simons moet je nog geloven, maar Gods volk wordt gerechtvaardigd door het geloof van Christus.

2e. Om tot de zaak te komen waarover het gaat, het volgende:
Als Petrus in Handelingen 2:39 preekt: "Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal", dan zegt Petrus totaal iets anders dan Simons ervan maakt bij die bewuste vraagstelling. (De inleiding van Simons en de vraagstelling waarop u doelt, heb ik zelf ook beluisterd, dus ik weet waarover ik spreek).
Simons isoleert Handelingen 2:39 van de context van de totaliteit van Petrus' preek. Petrus heeft namelijk meer gepreekt dan die ene tekst. De preek van Petrus begint dan ook niet bij Handelingen 2:39, maar bij Handelingen 2:14, bestaande uit Wet en Evangelie. Door de afsnijdende en scherp separerende prediking van Petrus werden de hoorders verslagen in het hart. In de grondtaal staat voor "verslagen": "doorsteken, doorboren." Eigenlijk staat er: "doorgezaagd".
Dus al die hoorders werden middels de prediking van Petrus afgesneden uit het land der levenden en kwamen als verloren zondaren openbaar. Petrus zaaide niet onder de doornen, maar zaaide al die mensen in een weltoebereide aarde. En toen al dat zaad in de aarde viel, riepen zij uit: "Wat zullen wij doen, mannenbroeders?"
Dat zaad was dus nog niet gestorven, want die mensen wilden nog wat doen. En dan luidt het antwoord van Petrus: "Bekeert u....!"
En met dat bevel gingen al die hoorders de dood in, want als het moet, is niemand die het doet.
"Als het zaad in de akker niet valt en sterft, zo brengt het geen vrucht voort."
Dus al die hoorders werden gezaaid in een weltoebereide aarde en op het bevel van bekering stierven zij aan hun laatste poging om nog wat te zullen doen, en dan preekt Petrus de doop in de dood van Christus tot vergeving der zonden.
En als al die mensen in het graf van Christus liggen, dan predikt Petrus hen de belofte, welke belofte?
Namelijk, de belofte die tevoren is verhaald uit Joël. 2:28, en ook krachtens het verbond Gods, dat God met Abraham en zijn Zaad gemaakt heeft. De uitspraak van Petrus: "U komt de belofte toe" is de belofte zelf niet, maar een verwijzing naar de belofte uit Joël 2:28. Petrus staat hier niet het aanbod van genade te preken, maar de voorrechten van het verbond! Die belofte uit Joël 2:28 heeft NIETS met een vrij aanbod van genade te maken, maar wel alles met de voorrechten van het genadeverbond, dat ook de heidenen geopenbaard is, omdat Christus de middelmuur des afscheidsels heeft gebroken (Ef. 2:14). Nu maakt een heenwijzing naar de voorrechten van Gods verbond geen mens zalig, en daarom preekte Petrus al die mensen de dood in met het bevel: "Bekeert u!" Op dat bevel gingen die mensen dan ook niet aan het werk, maar stierven der Wet, zoals het zaad in de weltoebereide aarde valt en sterft, opdat zij Gode leven zouden door het geloof. En dat zijn uitsluitend degenen die God ertoe roepen zal in de tijd met een krachtdadige roeping. Met het laatste gedeelte van Handelingen 2:39, preekt Petrus namelijk de soevereiniteit van God in het kader van de uitverkiezing. God wil verbondsmatig handelen, dus in het kader van het verbond, maar in dat kader bepaalt God wie er krachtdadig en inwendig geroepen worden en de anderen die wel (uitwendig) geroepen werden, maar in hun ongeloof volhardden, gingen om eigen schuld verloren, want God handelt zonder aanziens des persoons.
Petrus kon Christus echter niet in het hart van al die mensen leggen, zoals Simons wel pretendeert te kunnen. En daarom geeft Petrus Gode de eer en laat God GOD! "Zovelen als de Heere onze God toeroepen ZAL." De toepassing van die belofte ligt in het woordje ZAL. Het moest nog gebeuren. En degenen die geroepen werden met een krachtdadige inwendige roeping namen zijn woord gaarne aan. "Aannemen" betekent hier "ontvangen", want er bestaat geen aannemen zonder de schenking. Als je iets in ontvangst neemt, is er sprake van een schenking (=toepassing). De schenking is Christus in de toepassing en de aanneming ziet op het geloof.
Ik ben wellicht wat systematisch, maar omdat Simons met zevenmijlslaarzen over de stukken heenstapt, ben ik genoodzaakt de bijbelse exegese van de tekst aan te tonen.
"Die dan zijn woord gaarne aannamen..."
Het woordje "woord" betekent Logos in het Grieks en dat betekent Christus, het vleesgeworden Woord.
Aan al die mensen werd Christus geopenbaard in de toepassing en toen dat gebeurde, konden die mensen onmogelijk weigeren om in een toegepaste Christus te geloven en Hem aan te nemen door het geloof. "Gaarne aannemen", is alleen mogelijk als er van een zaligmakende toepassing van de gerechtigheid van Christus sprake is.
Dus u ziet, dat Petrus hier niet doet aan algemene verzoening. Ook plaatst hij het geloof niet voor de schenking, maar zaait in een weltoebereide aarde, terwijl de Heilige Geest het werk doet, zowel ten aanzien van het sterven van het gezaaide zaad, als in de schenking van Christus en Dien gekruisigd.
Bij stichting Jijdaar staat men in de rij om Jezus aan te nemen, maar op de Pinksterdag liggen er alleen verdoemelingen hun hellevaart in te wachten en dan vallen al die doorstoken mensen door de trechter van het graf van Christus in het vrije van Gods welbehagen, van onder eeuwige armen in Christus' hart. Amen.

Hopend hiermee u van dienst te zijn geweest, verblijven wij met een hartelijke groet,

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl