|
Geachte Burggraaf,
Wat denkt u van de uitspraak van ds. W. Kalman: "Wat je met je hoofd niet weet, kun je met je hart niet geloven."
link: http://www.refdag.nl/artikel/1437939/Preken+op+een+krukje+in+de+Bijenkorf.html
vriendelijke groet,
A.T. van G.
--------------------------------------
Geachte heer/mevr. Van G.,
Genoemde opmerking van ds. Kalkman is niet bijbels. Het geloof is een gave Gods en maakt van het verstand geen tussenstation. Het geloof is dan ook absoluut onafhankelijk van het verstand. Volgens de redenering van Kalkman zouden (ongeboren) babies niet kunnen geloven en derhalve verloren moeten gaan, want zonder geloof kan geen mens God behagen. Immers, babies kunnen van hun verstand geen gebruik maken, omdat ze nog niet tot het verstand gekomen zijn. Derhalve zouden babies en geestelijk gehandicapten volgens Kalkman niet zalig kunnen worden. Gods Woord leert wel anders. Johannes de Doper was al wedergeboren en dus een waar gelovige in de buik van zijn moeder. En bij het horen van de woorden van de moeder des Heeren, sprong het kindeke van vreugde op in haar buik. Het geloof is niet begripsmatig, maar een door de Heilige Geest gewerkte levende verbinding tussen God en de ziel in Christus. "Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter zaligheid", Rom. 10:10. Geloofsvertrouwen gaat niet via het hoofd naar het hart, nee, het verstand staat daar volledig buiten. De wijze Salomo zegt dan ook: "Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet." Met het woord "verstand" wordt in Gods Woord in het kader van het genadeleven echt niet de bedorven ratio bedoeld. Van nature heeft de mens een verdorven verstand. De slogan: "Van het hoofd naar het hart", is dus puur pelagiaans. Als de Psalmist bidt: "Geef mij verstand met Goddelijk licht bestraald", dan is er al genade in het hart, want een verstand met Goddelijk licht bestraald is een geheiligd verstand in Christus en staat haaks op de bedorven ratio van de natuurlijke mens. Alle kennis die een natuurlijk onbekeerd mens heeft van Gods Woord is ballast en die kennis wordt nooit genadige hartekennis, maar maakt de mens opgeblazen. Paulus had heel veel van die opgeblazen kennis opgedaan aan de voeten van Gamaliël, maar al die wettische kennis heeft hij in het graf van Christus moeten achterlaten, "want -zegt Paulus- ik heb ook hetzelve [geheiligde kennis] niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus" (Gal. 1:12). Die geheiligde kennis heeft met de menselijke ratio niets meer van doen. Rationele kennis van Gods Woord maakt de mens opgeblazen en rationele kennis kan nooit geconverteerd worden naar het hart, want God werkt niet in het verlengde van het verdorven verstand, zelfs niet in het verlengde van een vernieuwd hart, nee, God schenkt en hernieuwt Zijn genade op grond van de gerechtigheid van Christus en nergens anders om. Het geloof loopt niet via het verstand naar het hart, maar is een gave Gods dat rechtsstreeks in het hart gewerkt wordt. Het geheiligd verstand is afhankelijk van de invloeden van de Heilige Geest in het hart van een gelovige. Alleen Gods ware volk heeft een geheiligd verstand, maar niet als tussenstation om het geloof toegang tot het hart te verschaffen, maar als vrucht van de genade in Christus. Derhalve draait Kalkman de zaak om als hij zegt: "Wat je met je hoofd niet weet, kun je met je hart niet geloven." Dat is pelagiaans! Het is juist andersom: "Wat je met het hart niet [bevindelijk] weet, kun je met het verstand niet vatten." Bovendien heeft Gods volk haar verstand verloren in de dood van Christus en belijdt: "Ik heb geen mensenverstand" (Spr. 30:2), "want we zijn van gisteren en weten niet" (Job 8:9). Als Christus mijn Wijsheid is, wat moet ik dan nog aan verstand meebrengen? Het verstand moet er juist tussenuit, want God kan er niets mee en de mens ook niet. Als de Wijsheid -Christus- ons deel is, dan pas hebben we verstand van God en Goddelijke zaken naar de mate des geloofs, en ook in die mate verstand van alle dingen. Als dat niet het geval is, zijn we opgeblazen en weten we niets en is onze godsdienst ijdel, welke vrome invulling er ook aan gegeven wordt. Het is niets en niemandal, "want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken", 1 Kor. 1:19. Hartelijke groet,
GPPB.
|
|