DS. HEEMSKERK PREEKT SPROOKJE
DS. D. HEEMSKERK PREEKT SPROOKJE  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Schriftgedeelte:
"Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben te oud om een man te hebben. Wanneer ik al zeide: Ik heb hoop, of ik ook in dezen nacht een man had, ja, ook zonen baarde; zoudt gij daarnaar wachten, totdat zij zouden groot geworden zijn; zoudt gij daarnaar opgehouden worden, om geen man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder dan u; maar de hand des HEEREN is tegen mij uitgegaan. Toen hieven zij haar stem op, en weenden wederom; en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan. Daarom zeide zij: Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na. Maar Ruth zeide: Val mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter u weder te keren; want waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan, en waar gij zult vernachten, zal ik vernachten; uw volk is mijn volk, en uw God mijn God. Waar gij zult sterven, zal ik sterven, en aldaar zal ik begraven worden; alzo doe mij de HEERE en alzo doe Hij daartoe, zo niet de dood alleen zal scheiding maken tussen mij en tussen u! Als zij nu zag, dat zij vastelijk voorgenomen had met haar te gaan, zo hield zij op tot haar te spreken", Ruth 1:12-18.

Dr. H.F. Kohlbrugge bij vers 14:
"Toen hieven zij haar stem op en weenden wederom: en Orpa kuste haar schoonmoeder, maar Ruth kleefde haar aan." Daar vloeiden nog meer tranen, Orpa weent omdat ze hoort: ik kan u niet helpen, ik kan niet voor uw toekomst zorgen! Ruth weent omdat ze Naómi, de geliefde moeder, hoort klagen: des Heeren hand is tegen mij uitgegaan. Daar spreekt Orpa op suikerzoete toon: o moeder, lief moedertje! en kust ze en zegt: ja, gij hebt gelijk, de Heere is overal te vinden, ook in Moab! en treed ik dan nog eens in ‘t huwelijk, dan kan God mijn heidense man ook bekeren! Neen! gij hebt gelijk! Ik wilde met u gaan, omdat ge mijn moeder zijt, maar nu ge mij de mogelijkheid, in Moab nog eens een eigen haard te hebben, zo verstandig voorhoudt, blijf ik thuis! Gij hebt gelijk, moedertje! in Moab doe ik misschien nog eens een rijk huwelijk, want een arme man, zo een uit Bethlehem-Juda, (-) daar zou ik wel hartelijk voor bedanken! Zo redeneert Orpa bij zichzelf in haar dwaasheid, zij kust de moeder en verlaat ze. Maar Ruth kleefde haar aan! Neen, denkt deze, mijn dierbare moeder, die mij zoveel van de wonderen Gods heeft verhaald, kan ik niet verlaten! Met haar, met des Heeren volk, waartoe zij behoort, wil ik leven en sterven! Dat stond bij haar vast, dat was het onverbreekbare voornemen en de vaste keuze haars harten! Al had zij tienmaal zo gelukkig kunnen worden als Orpa het zich voorstelde, zij zou alles van de hand hebben gewezen! God en Zijn volk! dat stond bij haar vast. Ruth kleefde haar aan, staat er geschreven!"

-------------------------------------

1) In Orpa zien wij een vriendelijk, hartelijk karakter duidelijk doorstralen. Zij was tien jaar lang een zeer lieve en liefhebbende vrouw geweest voor haar nu overleden man. Zij was voor haar schoonmoeder Naomi een liefhebbende dochter geweest. Zij kon niet gemakkelijk van haar scheiden. Toen Naomi opnieuw aandrong, dat zij terugkeren zou, hief zij haar stem op en weende. En zij kuste haar schoonmoeder hartelijk en keerde terug tot haar volk en haar goden. O, hoe veel aanvalligs is er in die tedere aandoening van de natuur! Wie zou geloven, dat daarachter een hart verborgen zit, zo zwart als de hel! (M’CHEYNE).

2) Op dezelfde wijze hebben sommigen achting en liefde voor de Heere Christus, en echter worden zij door Hem niet gezaligd, omdat zij hun harten niet buigen kunnen, om andere dingen, tot liefde voor Hem, te verlaten. Zij beminnen Hem en nochthans verlaten zij Hem, omdat zij Hem niet genoeg en andere dingen meer liefhebben (zie HENRY "Ruth 1:14"). (HENRY).

3) Ware vroomheid heeft overal, waar zij gevonden wordt, de kracht, dat zij de harten van de mensen winnen kan. Zolang de kerk Naomi heet is er geen gebrek aan zodanigen, die tot haar willen behoren; maar wanneer zij als Mara verschijnt en met het kruis van Christus getekend wordt, dan treden velen terug. (STARKE).

-----------------------------------------------------------------
ELSPEET – Het verschil tussen echt geloof en schijngeloof is soms maar heel klein, zo betoogde ds. D. Heemskerk woensdagmiddag. „Beproeving van het geloof is nodig.”
De predikant van de hersteld hervormde gemeente van Genemuiden sprak woensdagmiddag tijdens de jaarlijkse zendingsmiddag in Elspeet, die georganiseerd werd door de plaatselijke hersteld hervormde gemeente. Hij hield een toespraak over drie vrouwen die terugkeerden uit Moab: Naomi, Orpa en Ruth. Ds. Heemskerk wees erop dat Naomi niet opmerkte dat Orpa een geveinsde was.
Klik op de Klik hier link voor inzage gehele RD-artikel.

Commentaar
Ds. Heemskerk preekt een sprookje als hij zegt dat Naomi niet opmerkte dat Orpa een geveinsde was. Hiermee openbaart ds. Heemskerk dat hij vreemd is aan de gave des onderscheids, welke geoefende kinderen van God ontvangen; een gave die voor een predikant onmisbaar is, hoewel Gods volk die de gave des onderscheids heeft, nooit onfeilbaar is.
Met genoemde uitdrukking, zet ds. Heemskerk de bijbelse tucht echter buiten spel en dat komt hem blijkbaar goed van pas, want ook ds. Heemskerk bekommert zich niet om de HHJB-Orpa-jeugd die zich met brood en spelen vermaakt in de zonden tijdens door de HHK georganiseerde HHJB-vakantie-entertainment. Door Naomi als onkundig te stellen jegens Orpa, pleit Heemskerk zijn eigen onkunde vrij en dan kan iedereen weer met een gerust hart naar huis....

Naomi was echter een geoefend christinne en zij beproeft Ruth en Orpa op een bijbelse wijze, namelijk door op hen aan te dringen om terug te gaan naar Moab. Naomi dringt zich niet in hun geweten door hen het geloof op te dringen, maar zij beproeft beide vrouwen, zoals Christus Zijn discipelen beproefde: "Wilt gijlieden ook niet weggaan?" Joh. 6:67.
En dan komt Gods ware werk openbaar bij monde van Petrus.
Wist Christus niet dat Zijn discipelen wedergeboren waren, en Judas niet? Dat te denken is een sprookje.
Op de belijdenis van Petrus zegt Christus: "Heb Ik niet u twaalf uitverkoren? En een uit u is een duivel. En Hij zeide dit van Judas, Simons zoon, Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde een van de twaalven", Joh. 6:70-71.
In hetzelfde kader beproeft Naomi haar schoondochters, Ruth en Orpa.
En als Orpa zichzelf geopenbaard heeft, zegt Naomi tegen Ruth: "Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden; keer gij ook weder, uw zwagerin na", Ruth 1:15.
Naomi zegt niet: "Dat had ik nooit van Orpa gedacht", nee, zij wist dat Ruth de Heere vreesde en Orpa niet, maar zij laat dat openbaar komen door hen te beproeven zoals Christus deed bij Zijn discipelen en NIET zoals HeartCry doet: "Meisjes, jullie moeten geloven, hoor, ga maar met mij mee naar Israël, het land van de ware God, want in Moab regeert de duivel." Nee, Naomi loopt de Koninklijke weg en zij BEPROEFT de geesten bij Ruth en Orpa of zij uit God zijn, zoals Christus deed bij Zijn discipelen. Als Gods geoefende kinderen en knechten verwaardigd worden de geesten te beproeven of zij uit God zijn, dan hebben zij wel degelijk een voorkennis van de betreffende belijder(s), maar ze beproeven de geesten d.m.v. het Woord en dan openbaren de huichelaars zichzelf, zoals ook Orpa zichzelf openbaarde.
Naomi laat Gods Geest het werk doen en Naomi is dan ook een type van de Heilige Geest.
Hetgeen ds. Heemskerk t.a.v. Naomi beweert is een mooi doekje voor het bloeden om de geestelijke onkunde in zijn kerk te bedekken, omdat de geest des onderscheids ook in de HHK gemist wordt, maar de bijbelse werkelijkheid is gans anders. God geeft Zijn geoefende kinderen onderscheiden kennis. Ze worden geen hartekenners, maar ze worden wel verwaardigd de geesten te beproeven, niet willekeurig, maar met voorkennis en het licht des Heilige Geestes. Zo doorzag de apostel Petrus Simon de Tovenaar en zo doorzag Petrus ook Ananias en Saffira en zo doorzag Naomi Orpa, anders had zij de beproeving jegens Orpa en Ruth achterwege gelaten, en dan hadden beiden meisjes 'gezellig' met haar meegegaan. Maar juist door die beproeving laat Naomi Orpa zichzelf openbaren en zij valt met haar hart aan de zijde van de afgoden, gelijk de vrouw van Lot met haar hart nog in Sodom verkeerde, maar dan valt Ruth aan Gods zijde, omdat zij reeds aan de zijde Gods geplaatst was geworden door vrije genade. Het sprookje van ds. Heemskerk moge de schijn hebben van godzaligheid, maar daarmee openbaart hij de generaal heersende geestelijke onkunde op het erf der kerk en geeft ook te kennen dat hij de geestelijke onderscheidings-gave van Naomi ten enenmale mist.
GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl