HHJO-APPELDAG, ACH...
HHJO-JONGEREN STIK ONBEKEERD  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
LUNTEREN – "Niemand wordt tegen zijn wil bekeerd. Als je de Heere niet gewillig dient, dien je Hem niet.” Dat zei ds. N. den Ouden, hersteld hervormd predikant te Nieuw-Lekkerland, dondermiddag in Lunteren.
De predikant sprak tijdens een door de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO) georganiseerde appelmiddag in de Lunterse Bethelkerk. Klik op de 'Klik hier' link voor gehele RD-artikel


Commentaar
O, dus in de HHK komen alleen gewillige mensen in aanmerking voor de bekering. Als dat zo zou zijn, was het voor mij voor eeuwig verloren. God zoekt geen gewillige zondaren, maar onwillige goddelozen, die Hij gewillig maakt in Christus door rechtspraak en vrijspraak. Volgens ds. Nelis den Ouden was Jona dus ook geen knecht van God, want hij was onwillig om de inwoners van Nineve het oordeel Gods aan te zeggen, terwijl Jona de beste Joodse zendeling aller tijden geweest is en een verzoend kind en geroepen profeet des Heeren was.
Dat God Zich een gewillig volk overhoudt op de dag Zijner heirkracht, is onbetwist, maar DIE gewilligheid was ver te zoeken op de appeldag van de HHJO, want alle vrouwen en meisjes zaten met ongedekte hoofden onder de prediking, als vijanden van God en Christus. Maar daar repte ds. Nelis den Ouden met geen woord over, want dan zou hij met Jona overboord moeten, maar rijke jongelingen willen niet overboord, maar gaan bedroefd heen. Te best om slecht te zijn en te goed om onwillig te zijn.
Ja, ja, de mond vol over gewillige mensen die het totaal niet zijn, maar zwijgen over de gewilligheid van Christus jegens gevleesde duivels, is een evangelie naar de mens. Dat stinkt naar verrot vlees en daar is niets van God bij.
Ds. Nelis sprak wel mooie woorden, maar er ontbrak iets wezenlijks in zijn verhaal, namelijk de gewillige strafaanvaarding in het kader van de rechtvaardigmaking. Ja, en dan is het allemaal uit de mens.
Op een destijdse vraag van ds. Nelis den Ouden aan Ome Jan (...) , hoe hij vond hoe goed hij destijds in Montfoort gepreekt had, kreeg ds. Nelis het volgende antwoord van Ome Jan: "Heb jij niet een beetje teveel gist in je schoenen, jongetje?" Ome Jan heeft mij dit voorval persoonlijk verteld en ik heb er smakelijk om gelachen. Ja, die godzalige oudjes wisten soms messcherp het vlees van de benen te onderscheiden, maar in onze dagen heeft het gros dominees net zoveel onderscheiden kennis omtrent geestelijke zaken als een kip van spruitenplukken afweet. En dan doet men zich wel heel geestelijk en gewillig voor, maar een groot beest (Asaf) en een dode hond (Mefiboseth) voor God, worden eerst gewillig gemaakt om hun welverdiende straf te aanvaarden, zoals ds. Joh. van der Poel eens treffend zei in een gebed: "Heere, laat me nog een poosje in Uw dienst arbeiden, dan zal ik zelf wel naar de hel gaan."
Dat soort gewilligheid is een vrucht van de gewilligheid van Christus, maar daar werd op de appeldag van de HHJO met geen woord over gerept, want dan zouden al die HHK-meisjes en HHK-vrouwen, inclusief ds. Nelis, gelijk de Ninevieten, in zak en as gegaan zijn, en met de strop van zelfveroordeling om de hals, zich aan God uitgeleverd hebben, op genade of ongenade.
Nee, aan die gewilligheid ontbrak het ten enen male op de HHJO-appeldag. Koningin Esther zou in tranen uitbarsten als zij kennis kon nemen over zoveel gemaakte gewilligheid zoals op de HHJO-dag ten toon werd gespreid.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl