REFODOM VERKRACHT CALVIJN
CALVIJN VERKRACHT DOOR REFODOM  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Hartenkreet over Calvijnjaar schreeuwerig en onjuist
Arjan Baan en John Kamphuis (”Terug naar de Christus van Calvijn”, RD van 13 juli) zijn ongenuanceerd en hebben geen oog voor de positieve kanten van het Calvijnjaar, vindt drs. H. A. van Zetten.


Klik op de Klik hier link voor inzage gehele RD-artikel

Commentaar
Weer zo' n schreeuwlelijke refo die pleit voor het Calvijnjaar, dat enkel uit afgoderij bestaat. Aan al die afgoderij met Calvijn zijn de kerken wel degelijk debet. Wie anders? De springplank waar Van Zetten over rept krijgt hij als een boemerang op zijn eigen hoofd terug, want Van Zetten maakt gebruik van dezelfde springplank in tegengestelde richting.
Overigens zou Calvijn over heel die afgoderij met zijn persoon de banvloek uitspreken en Van Zetten brandmerken als een moderne refo-Servet. Het Refodom zuipt zich dronken met calvijnwijn en Van Zetten doet er nog een schepje bovenop door zogenaamde positieve kanten van het Calvijnjaar te promoten. Van Zetten maakt derhalve deel uit van de grote dronkenmansbeweging die zich ingezet heeft om calvijnwijn te brouwen en een koehandel te drijven met geromantiseerde Calvijnpublicaties die haaks staan op de werkelijkheid.
Op het artikel van Baan en Kamphuis kan heel veel afgedingd worden, maar in hun klacht omtrent de afgodische Calvijncultus hebben zij gelijk. De vraag wie hier de schreeuwlelijk is, Baan/Kamphuis of Van Zetten, is voor mij geen moeilijke vraag, want de ongenuanceerdheid waarmee Van Zetten te werk gaat, is zichtbaar, tastbaar en hoorbaar.
De opmerkingen van Baan/Kamphuis: "De reformatorische gezindte doet ook aan heiligenverering.” En: „Calvijn is het einde van alle tegenspraak en alles wordt met hem dichtgetimmerd”, zijn volkomen terecht, want dat is de kale naakte waarheid. Dat Baan/Kamphuis met deze opmerkingen hun arminiaanse dwalingen kerstenen, betekent niet dat de opmerkingen op zich geen waarheid zijn. Wel degelijk doet het roomse Refodom aan heiligenverering en wel degelijk is Calvijn voor velen het sluitstuk, hoewel die velen Calvijn op een biblicistische wijze verstaan, zoals het in eigen kerkstraatje te pas komt.
De opmerking van Baan/Kamphuis dat de meeste gemeenten vergaarbakken geworden zijn van ongelovigen, kan ook volledig op de HeartCry-beweging worden toegepast, want HeartCry is een vergaarbak van Arminianen en aangezien er geen Arminianen in de hemel komen, zitten Baan/Kamphuis en Van Zetten in dezelfde vergaarbak van Arminianen en dode Calvinisten.
Van Zetten schermt wel met de bewogenheid van Christus, maar hij laat geen enkele bewogenheid blijken jegens de HeartCry-beweging, die in dezelfde vergaarbak zitten als de ongelovige Joden van het Jeruzalem van weleer.
Baan/Kamphuis verwijten de predikers dat zij zo veel tijd besteden aan het preken voor degenen „die geen discipel willen zijn.” Dat noemen zij: „de bokken bezighouden.”
George Whitefield was eens bij de gebroeders Erskine op bezoek en Whitefield kreeg te verstaan dat hij alleen maar in de gemeenten van de gebr. Erskine mocht voorgaan, want zeiden zij: "Wij zijn Gods volk." Het antwoord van Whitefield was verpletterend (met mijn woorden gezegd): "Dan moet ik juist preken in die kerken waar volgens jullie allemaal ongelovigen zitten, want die moeten ook bekeerd worden."
Toch moet Van Zetten de opmerking van Baan/Kamphuis genuanceerder verstaan, want de HeartCry-brothers bedoelen dat veel pedikanten louter in de Dode Zee vissen en zich om de schapen Christi niet bekommeren.
De middelen waarmee Baan/Kamphuis zich bedienen, zijn helaas erger dan de kwaal, want ze bestrijden de dwaling met de dwaling, conform padre Hegger, en ja, dan krijg je zo'n gespartel in de religieuze gracht, omdat de blinde die de blinde leidt beiden daarin vallen.

Van Zetten: Waar ik ook grote moeite mee heb, is dat het artikel de suggestie wekt dat er een samenhang is tussen het heil van mensen en het feit dat er zo veel mogelijk mensen aan het heilig avondmaal deelnemen. Het gaat er toch niet om of mensen van zichzelf zeggen of denken dat zij geloven, maar of God Zelf hun het geloof geschonken heeft? De Heere Jezus heeft gezegd: „Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen” (Matth. 7:21 – zie ook vers 22 en 23).

GPPB.: Genoemde samenhang is inderdaad misplaatst, maar Van Zetten overschrijdt zelf ook een grens door het Kind met het badwater weg te gooien, alsof er geen ware getuigen van Christus zijn, alleen maar meelopers die zeggen: "Heere, Heere...."

Van Zetten: De auteurs [Baan/Kamphuis] hebben kritiek op het Calvijnjaar. Ik zal ook niet alles voor mijn rekening nemen. Maar er is ook een positieve kant. Het (kerk)historisch besef van de Nederlanders en de Nederlandse kerkgangers is onder de maat. Het Calvijnjaar stelt daar iets tegenover, ook voor onze jongelui op de scholen. Daar ben ik blij mee.

GPPB.: Ik heb niet alleen kritiek op de afgoderij met Calvijn, het Calvijnjaar is ook voor God verdoemelijk. Dr. Kohlbrugge heeft gezegd: "Degenen die over mij een boek schrijven, hebben mij niet begrepen." Dat geldt niet in het minst t.a.v. Calvijn. Het Calvijnjaar is dermate afgodisch, dat er eerder sprake is van een verkrachting jegens Calvijn, dan dat Gods zaak ermee gediend is. Wat heb ik te maken met het feit dat het kerkhistorisch besef onder de maat is in het Refodom, zoals Van Zetten beweert? Alsof dat ondermaatse besef gewicht legt in de Goddelijk weegschaal. Het Calvijnjaar zou volgens Van Zetten de tegenhanger zijn voor de onkunde op kerkhistorisch gebied, met name voor de schooljeugd en daar is hij blij om. Maar dat niemand met veel of weinig kerkhistorisch besef voor God kan verschijnen, daarover rept Van Zetten met geen woord.

Van Zetten: Onze godsdienstleraren doen hun best om de jongeren te betrekken bij de rijke geschiedenis van de Reformatie en de Nadere Reformatie.

GPPB.: Ik heb ook (mondige) kinderen gehad op de genoemde refoscholen, maar als het over de bijbelse leer en het ware geloof ging ondervonden ze de meeste vijandschap van "ONZE" godsdienstleraren, bovendien is het gros godsdienstleraren stik onbekeerd en zelf TOTAAL onkundig aan de leer en de bevinding van de Reformatie, namelijk de rechtvaardiging van de goddeloze. Van de RIJKE geschiedenis van de Nadere Reformatie, waarop Van Zetten doelt, is geen sprake, want op de lente van de Reformatie is NOOIT een zomer gevolgd. De Nadere Reformatie heeft de herontdekte bijbelse leer der Reformatie -de rechtvaardiging van de godeloze- door de leer der wedergeboorte verduisterd. En dat is dan ook de oorzaak dat de Dordtse vaderen de Remonstranten niet in de ribben hebben aangepakt, omdat zij de Remonstranten bestreden hebben met de leer der wedergeboorte en niet met de leer der Reformatie, de rechtvaardiging van de goddeloze, want dan zouden de Remonstranten definitief de mond zijn gesnoerd en dan zou de huidige Arminiaanse nageboorte der toenmalige Remonstranten, alias HeartCry, niet eens bestaan hebben en ook de huidige Refoscholen niet. Van Zetten mag Baan/Kamphuis derhalve de hand reiken, want het voltallige trio Baan/Kamphuis/Van Zetten, doet bedorven wijn in oude leder zakken. Derhalve wankelen beide bewegingen (HeartCry en Refoscholen) ten dode en zullen beiden in de gracht vallen van de huidige refo-oecumene, waarvan geldt: "Gewogen, gewogen, en te licht bevonden."


http://www.derokendevlaswiek.nl