ROOMSE HHK-HEILIGING
ROOMSE LEVENSHEILIGING   Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
’t LOO – „Door de rechtvaardiging gaat de zondaar de poort van het nieuwe leven binnen. Maar ze komt met haar geweldige troost nooit alleen. Haar onafscheidelijke met­gezel is niemand minder dan de heiliging.”
Dat zei dr. P. Vermeer, hervormd emeritus predikant in het Duitse Wilsum, woensdagmiddag tijdens een bijeenkomst uitgaande van de streek Nunspeet van de Hervormde Mannenverenigingen op Gereformeerde Grondslag. Het thema van de bijeenkomst in de hervormde Maranathakerk in ’t Loo (gemeente Oldebroek) was ”De heiliging van het leven”. Dr. Vermeer sprak over de ”Oproep tot de heiliging”, ds. A. A. F. van de Weg, hersteld hervormd predikant te Soest, over ”De praktijk van de heiliging”.
"Overal in de Bijbel wordt opgeroepen tot levensheiliging", zegt dr. Vermeer. „Als gave en als opgave. God heeft Zijn volk apart gezet en opgeroepen tot levensheiliging. Die oproep klinkt zo vaak, zo indringend en in niet mis te verstane woorden.” Het leven van de heiligmaking is volgens de emeritus predikant geen krampachtig werk. „Er valt niets te verdienen. Het is liefdewerk, werk uit dankbaarheid.”

Klik op de 'Klik hier' link voor inzage RD-artikel.


Commentaar
In navolging van ds. Silfhout (GG) neigen dr. P. Vermeer en ds. A. A. F. van de Weg (HHK) naar een roomse heiligingsleer, met als gevolg: een gedeelde Christus. In het artikel is geen bijbeltekst geciteerd waarop vermeende oproepen tot heiliging gebaseerd zijn. Dat het leven in Christus een godzalig leven is, is onbetwist, maar wel altijd in het kader van Galaten 2:19: "Ik ben door de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode leven zou." En ook in het kader van Romeinen 7:14: "Ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde."
In het kleed van de gerechtigheid van Christus kan Gods volk voor God bestaan. Daar komt geen extra heiligheidskleedje aan te pas. Een heilige levenswandel is dus geen grond, maar een vrucht van de toegerekende gerechtigheid van Christus. Als iemand zegt gerechtvaardigd te zijn en in de zonde zijn vermaak heeft, dus in de zonde leeft, is hij/zij niet gerechtvaardigd, want Gods ware volk kan onmogelijk meer in de zonden leven, omdat zij der zonde gestorven zijn (Rom. 6).
In het kader van de heiliging ontvangt Gods volk wisselklederen (Zach. 3:4), maar het kleed van de gerechtigheid van Christus kan niet bevuild worden. Een heilige wandel is een sieraad in het leven der genade. Een godzalig leven is 'slechts' een vrucht, maar geen grond voor de zaligheid.
Dr. Vermeer leert hetzelfde als hetgeen ds. Silfhout leert, en voegt de vrucht (praktische heiliging) toe aan de grond der zaligheid, nl. de gerechtigheid van Christus. Dat is juist wat Rome leert en zo wordt het volk betoverd door de dwaalleer van de ingestorte heiligheid, ofwel de vergoddelijking van het vrome vlees. De oproep tot heiliging des levens in de Bijbel is geen opgave waaraan Gods kinderen moeten voldoen, want alles wat moet is Wet, maar om de vrome huichelaars -die aanspraak maken op genade en stiekem in de zonden hun vermaak hebben- te ontmaskeren, en om Gods ware volk in hun zonden en ellende (met name de vrome werken uit dankbaarheid!!!) gedurig naar Christus uit te drijven als zijnde haar enige en volmaakte Heiligmaking (1 Kor. 1:30). Gods volk heeft gedurige voetenwassing (wisselklederen) van node, maar die gewassen IS -in het bloed van Christus- is geheel rein, ineens en voor altijd. Met de oproep tot heiliging des levens komt Gods volk keer op keer als enkel zonde aan de voeten van Christus, als zijnde de enige Troost, beide in leven en sterven. Derhalve wordt Gods volk door lijden geheiligd, omdat ze in Christus volmaakt heilig zijn. Vermeer stelt het liefdeswerk der Kerk noodzakelijk voor de zaligheid, maar de liefdesgave van de Kerk, het geweven kleed van Christus zonder naad, deed niet mee in het volbrachte werk van Christus. Dat kleed moest afgelegd worden en werd onder de Romeinse soldaten verloot. In het leven der heiligmaking staat niet de heilige en dankbare mens centraal, nee, nee, en nog eens nee, want de mens na ontvangen genade is en blijft vleselijk, verkocht onder de zonde. Christus is mijn Dankbaarheid en degenen die op de voeten van Christus lopen, zullen dit volmondig be-amen. Van de oproep tot heiliging maakt de neonominaan een deugd, maar Gods volk komt er mee openbaar als een en al ondeugd, ja, als een kwaad en een snood rebel, die niets verdient dan hel, met al zijn zogenaamd liefdeswerk uit dankbaarheid. Als de beste werken met zonden bevlekt zijn, wat is het dan, goed of slecht? Gods volk leeft echter in de zonde niet meer, omdat zij de oude mens gestorven zijn. Derhalve is het ONMOGELIJK dat degenen die door een waar geloof Christus zijn ingelijfd, geen werken der dankbaarheid voortbrengen, maar vraag het hen zelf niet, want dan zullen zij eenparig Asaf bijvallen: "Ik ben een groot beest voor God." Weg met alle heiligheidssystemen die Christus als toeschouwer buiten spel zetten in het stuk der heiligmaking en de werkheilige en dankbare mens laten participeren in het unieke werk van Christus. Christus is niet alleen mijn Redder, maar ook mijn Levenswandel. Amen, ja, amen, lieve Heere Jezus! Christus geheel, Christus alleen, Christus Alles! Amen.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl