TEN DIS GELEID!?
MISLEIDEND BOEKJE VAN DS. G.J. VAN AALST  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Het boekje van ds. G.J. van Aalst "Ten dis geleid" is onlangs gerecenseerd door ds. K. Hoefnagel, die zonder enige kritiek collega Van Aalst voor zijn schrijfsel een 10 met een griffel gaf. (Lees de recensie via de 'Klik hier'-link)

Commentaar 1
Ik ga niet het hele boekje behandelen, maar wel een crusiaal punt, een ontzettende dwaling, waarmee de theologie van de Ger. Gem. doorspekt is. Allereerst moeten we opmerken dat ds. Van Aalst het Heilig Avondmaal verlaagt tot een bekeringstafel, terwijl het Heilig Avondmaal alleen en uitsluitend is ingesteld tot versterking van het ware geloof, dus alleen een privilege is voor de ware gelovigen. Van Aalst vereenzelvigt het Heilig Avondmaal namelijk met de gelijkenis van het grote avondmaal in Lukas 14:16-24, waartoe allen genodigd worden, die onder het Evangelie verkeren. Dat is geheel misplaatst, want in genoemde gelijkenis gaat het over de verwerping van het Evangelie door de verbondskinderen (de Joden) en vervolgens over de aanneming der heidenen.
Maar nu komt het crusiale punt, een roomse dwaling, die door ds. K. Hoefnagel pastoraal glad gestreken wordt.

Ds. Hoefnagel citeert ds. Van Aalst:
"Het punt waar een zoekend mens altijd weer mee komt, zijn de woorden: "Ten andere onderzoeke een ieder zijn hart, of hij ook deze gewisse belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Christus, vergeven zijn." Dominee, zegt zo iemand dan, dat durf ik niet te zeggen hoor, dat al mijn zonden mij vergeven zijn. Die zekerheid heb ik niet. Hoe zou ik dan ten avondmaal kunnen?"

Ds. Hoefnagel: Zuiver bijbels en pastoraal wordt aan een dergelijk hart leidinggegeven, als gezegd wordt dat het niet gaat om het gewis geloven, maar om het gewis beloven Gods! Het gaat niet allereerst om de zekere gelovige, maar om de zekere belofte Gods. Is dat immers niet het ware geloof, dat ik me leer verlaten op de waarachtigheid Gods?

Commentaar 2
De opgeworpen vraag door ds. Van Aalst is de geijkte standaardvraag die de zogenaamde 'bekommerden' steeds stellen, namelijk dat zij niet weten of hun zonden vergeven zijn en dus ook niet de gewisse belofte Gods geloven. Hoefnagel prijst zijn collega Van Aalst echter om zijn pastorale leiding die hij aan zulke bekommerden (schijngelovigen - GPPB.) geeft en dezulken de handen oplegt en zwaar misleidt. Van Aalst beweert -en krijgt daarin bijval door Hoefnagel- dat in het Avondmaalsformulier niet gesproken wordt over het gewisse geloof, maar over de gewisse belofte Gods. Hier vindt dus een verkrachting plaats van wat er werkelijk staat. Er staat duidelijk: "Ten andere onderzoeke een ieder zijn hart, of hij ook deze gewisse belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Christus, vergeven zijn." Het gaat dus wel degelijk over het ware geloof, namelijk dat al mijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Christus, -dus om Zijn toegerekende gerechtigheid- vergeven ZIJN. Degenen die hiervan niet enige zekerheid hebben door het geloof, zijn uitgesloten van het Heilig Avondmaal, omdat zij geen ware gelovigen zijn. Dat leert het formulier van het Heilig Avondmaal conform met Gods heilig Woord. Van Aalst zegent zielen in -en dat wordt massaal gedaan in alle bestaande kerkdenominaties- die echter niet wedergeboren zijn en zelfs niet in de schaduw kunnen staan van de dwaze maagden, want de laatsten waren nog met gemene werkingen des Geestes bedeeld, terwijl de opgeworpen vraag der bekommerden slechts nog niet eens de maat haalt van de algemene werkingen des Geestes. Aan gereformeerd-bevindelijke zielebedriegers hebben we dus geen gebrek in onze dagen. 'Kleine zieltjeswinnerij' zoals ds. Van Aalst ten beste geeft in zijn boek, heeft met de vrije genadeleer van Gods Woord niets te maken. Ik besluit met een citaat van ds. Th. van der Groe: "Een waar gelovige zonder enige zekerheid van zijn zaligheid, is bij mij niet meer dan een gedrochtelijk hersenschim, ofwel een gelovige zonder geloof." En dat stem ik op grond van Gods heilig en onfeilbaar Woord volmondig toe en ik mag het weten uit mijn eigen leven. Elk waar kind van God gelooft dat al zijn zonden om Christus' wil vergeven zijn, eenvoudig vanwege het feit dat al Gods kinderen bewust gerechtvaardigd zijn in de vierschaar van het geweten door het geloof en de gewisse belofte Gods uit Zijn mond gehoord hebben.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl