WATER IN DE WIJN
PUBLICIST L.J. VAN VALEN DOET HUMANISTISCH WATER IN DE KLARE WIJN DER SCHRIFT EN DIE VAN DE REFORMATIE        
Plaats in winkelmandjeMandje
Met zijn verslag omtrent de onlangs verschenen vertaling van het boek van James Durham "A Treatise concerning Scandal" in het TERDEGE van 8 aug. 2007, 24e jaarg. nr. 23, doet publicist L.J. van Valen humanistisch water in de klare wijn van de Reformatie.

Het feit dat James Durham het liefhebben van de waarheid en de vrede evenwichtig bij elkaar houdt in zijn boek, wordt door Van Valen aangewend om een lans te breken CONTRA de bijbelse polemiek. Van Valen schrijft namelijk dat de norm voor de kerkelijke eenheid de objectieve maatstaf van de belijdenis moet zijn en niet de toe-eigening van het heil, niet de bekeringsweg en niet de bevinding. Hoe kan Van Valen dit beweren nu hij zelf lid geworden is van een valse kerk, PKN genaamd? Wat is de objectieve maatstaf der PKN belijdenis? Ik zal het u zeggen: Dat iedereen het zelf mag uitzoeken omtrent de toe-eigening van het heil, aangezien de PKN er allerlei (valse) belijdenissen opna houdt, voor elk wat wils, zodat Gods Woord niet meer als Goddelijk gezaghebbend wordt beschouwd, en dat is juist het kenmerk van een valse kerk. We hebben het al zoveel keren gezegd, dat de valse PKN absoluut niet gebouwd is op het fundament van de leer der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus de uiterste Hoeksteen is. Gods Woord wordt gedoogd, maar men geeft de valse leer(vrijheid) de volle ruimte, inclusief een sodomitische PKN-kerkorde. Een kerk met een valse grondslag kan nooit op haar grondslag teruggewezen te worden, want de PKN-zandgrondslag is nog valser dan de verrotte grondslag van Rome.

Bovendien is de objectieve maatstaf van de Drie Formulieren van Enigheid niet in staat gebleken de kerkelijke eenheid te bewaren, aangezien er op grote schaal onbijbelse en tegenstrijdige invullingen aan worden gegeven. Als de huidige refogeestelijkheid niet meer in staat is om de eenheid der kerk aan de Drie Formulieren van Enigheid te ontlenen en massaal aan Schriftkritiek doet, wat moeten we dan voor waarde hechten aan de objectiviteit der belijdenis als maatstaf voor de kerkelijke eenheid, als men de religie van de belijdenis aan haar laars lapt?

En het feit dat Durham -volgens Van Valen- weinig heil ziet in polemieken over de leer, wordt gretig door Van Valen onderschreven, met de opmerking: "Belangrijk is dat je met elkaar (met anders denkenden) in gesprek blijft, maar niet op die manier."

Volgens de laatste humanistische(!) opmerking van Van Valen heeft de apostel Paulus met zijn polemische brieven (het onzedelijk Korinthe en de uitzinnige Galaten), dus ook de kerkelijke verdeeldheid in de hand gewerkt. De scherpte van het Woord moet worden verdoezeld en Hebr. 4:12 wordt afgevlakt en zelfs ontkend. Van Valen valt dus met zijn visie aan de kant van de moderne Schriftkritiek. Bovendien blameert Van Valen ook de Reformatoren met hun bijbelse(!) vlijmscherpe polemiek jegens Rome. Volgens de redenering van Van Valen zou de totstandkoming van de Dordtse Leerregels niet bijbels relevant meer zijn, aangezien de polemische Dordtse vaderen -volgens zijn redenering- niet op een goede manier met de Remonstranten zijn omgegaan en dan wordt Johannes Bogerman met zijn donderend "GA UIT, GA UIT..." jegens de Remonstranten wel helemaal als een scheurmaker gebrandmerkt volgens de anti-polemische gedragscode van Van Valen. Wég met die sentimentele godsdienst, die alleen maar valse verbroedering in de hand werkt.

James Durham leert echter wel degelijk dat als de fundamenten van het christelijke geloof worden aangetast, er geen sprake kan zijn van verdraagzaamheid. Heeft Van Valen er geen erg in dat Durham zijn kerkelijke PKN-positie terecht en bijbels gefundeerd onhoudbaar maakt? Van Valen beschouwt zijn PKN-lidmaatschap blijkbaar als een ondergeschikt punt en vandaar dat hij -net als Hegger- Rome de hand reikt, met name met zijn anti-polemische houding jegens de fundamentele dwalingen die echter in de volle breedte van de gereformeerde gezindte welig tieren. Hegger heeft publiek te kennen gegeven boven de leerstellige dogma's (dus ook boven de leer van Christus) uit te willen stijgen om met zijn roomse broeders, en zelfs met de Antichrist, de paus, "één te kunnen zijn in de levende Christus." Ook Van Valen gaat met zijn Schriftkritisch-antipolemisch pleidooi duidelijk de heggeriaanse kant op. Het heggerianisme is echter een duivelse leer, want 2 Johannes 1:9 leert duidelijk dat "Een iegelijk, die overtreedt, en niet blijft in de leer van Christus, die heeft God niet; die in de leer van Christus blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon." Eén zijn in de levende Christus ten koste van Zijn leer is ONMOGELIJK en het is ook godslasterlijk.

En Paulus schrijft door de inspiratie van de Heilige Geest in Galaten 1:8: "Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt." En voor de hardhorenden herhaalt Paulus in het volgende vers hetgeen hij hierboven schrijft door de inspiratie des Heiligen Geestes: "Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indien u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt."

Dhr. Van Valen leert bijna het tegenovergestelde van hetgeen Gods Woord bij monde van Paulus leert en brengt met zijn visie de bijbelse polemiek in discrediet, doet aan vroomsoortige Schriftkritiek en helt gevaarlijk over naar het humanisme. In gesprek blijven met andersdenkende 'belijders' is niet verkeerd, maar er zijn wel grenzen. Van Valen overschrijdt duidelijk de grens met zijn bewering dat polemiek over de leer een verkeerde manier is, want hiermee zet hij ook de bijbelse polemiek op de helling.

Ds. J. Trigland ontzenuwt deze gevaarlijke humanistische Van Valen-tendens als volgt: "De Heilige Schrift leert ons nergens dat wij de waarheid moeten verzwijgen of tekort doen, of onder dubbelzinnige manieren van spreken bedekken, noch ook dat men tegenover dwaalleringen moet stilzwijgen of degenen die ze voorstaan in de kerk moeten dulden, maar juist het tegenovergestelde. Want zij leert ons de heilige Waarheid oprecht te belijden, tot het Woord des Heeren noch toe of af te doen, de dwaalleer tegen te spreken en zich af te scheiden van degenen die de gemeente met hun dwaalleer beroeren. (Ps. 40:10-11; Ps. 119:139; Jes. 62:6; Ezech. 13:1-12). Hierin zijn veel dingen die op de zogenaamde moderaten volkomen van toepassing zijn, daar zij als vossen de wijngaard des HEEREN binnen sluipen. Zij treden niet in de bressen, om in de strijd te staan. Want wanneer de waarheid wordt aangetast, dan roepen zij dat men niet moet tegenstaan, maar modereren, (hetwelk nochtans het rechte modereren niet is) dat men moet toegeven, van zijn mening wat laten vallen, enz. Zij roepen vrede, daar toch geen vrede is, en willen waarheid en leugen, Christus en Belial tesamen vermengen. Het volk bouwt de wand van verscheidene verkeerde meningen en zij pleisteren met de loze kalk van de zogenaamde moderatie, maar hun loze kalk zal afvallen. Want zij bouwen aan de toren van Babel, dat is verwarring. (Matth. 7:15; Matth. 16:6; Hand. 20:26-31).
Uit: "De recht-gematigde christen"

En het getuigenis van dr. Maarten Luther in zijn preek over de voetenwassing staat ook haaks op het humanistisch-sentimentele pleidooi van Van Valen.
Luther: "Wanneer het nu de artikelen van het geloof betreft, dan geve God maar geen ootmoed! Want het komt er dan niet op aan, dat men omwille van de liefde of de vrede of de eenheid wil wijken; ook niet omdat anders de kerk verwoest werd of dat men uit liefde tot de keizerlijke majesteit een weinig wijkt. Zo klagen de sekten en scheurmakers over ons, als ware er bij ons geen ootmoed en liefde. Maar wij antwoorden hen: "Verwijder eerst het Woord, de leer en het geloof; want hierin willen wij voor u geen handbreed wijken, al zouden ook de hemel en aarde erdoor uit hun voegen raken."

De maatstaf voor kerkelijke eenheid kan dus nooit alleen de objectiviteit van de Drie Formulieren van Enigheid behelzen, zonder de religie van de Belijdenis te onderschrijven. De genoemde Belijdenis der kerk is alleen een leidraad hoe men de Schrift dient te verstaan, maar het heilig en onfeilbaar Woord Gods daarentegen heeft altijd het eerste en het laatste Woord en is het einde van alle tegenspraak. Let wel: het Woord naar de zin en mening van de Heilige Geest. De enige grond voor de eenheid der Kerk is niet de Belijdenis als zodanig, nee, dat is alleen en uitsluitend de leer van de apostelen en profeten waarvan Christus de uiterste Hoeksteen is. Aan die Goddelijke leer zijn de belijdenissen ontleend en onderworpen en moeten steeds daaraan getoetst worden. Vanwege het feit dat de Belijdenissen een eigen leven zijn gaan leiden, mede door allerhande Schriftkritische hermeneutische visies over de heilsleer der Schrift en de daaraan verbonden heilstoe-eigening, inclusief de kerkelijke leervrijheid, winnen de humanistisch geladen visies zoals dhr. Van Valen in genoemde TERDEGE ten beste geeft, meer en meer terrein, zodat we kerkelijk in een sitiatie geraakt zijn die VEEL slechter is dan vóór de Dordtse Synode van 1618-1619. De valse verdraagzaamheid jegens het arminianisme en pelagianisme viert hoogtij in onze dagen en wordt zelfs door vele opwekkingsbewegingen, waarvan ook Van Valen deel uitmaakt, gevoed. Van Valen heeft vele goede en stichtelijke boeken geschreven, maar hij is nu helaas zelf het spoor der vaderen bijster geraakt en is nu hard bezig de palen te verzetten die onze vaderen gemaakt hebben. Wat een PKN-lidmaatschap al niet voor oordeelsgevolgen heeft teweeggebracht is met geen pen te beschrijven. Openbaring 18:4 spreekt echter boekdelen, maar men gaat gewoon door met de ergernis van het kruis teniet te doen, totdat God zegt: "Het is genoeg!"
Gij uitzinnige opwekkingsbewegingen met hun leiders, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde?

GPPB.

PS. In hetzelfde nummer van TERDEGE schreef Nico van der Voet een lezenswaardig stuk over "De zegen van het individualisme", en ten aanzien van Luther schreef hij: "Luther ging in zijn eentje in tegen de kerk en de overheid in heel Europa! Hij wist zich als een eenling verantwoordelijk voor God. Daarom trotseerde hij alle mensen." Tot zover Van der Voet. Ja, en aangezien de geest van Luther nog voortleeft in sommigen van zijn geestelijke bloedverwanten, trotseren wij dezelfde geesten die Luther moest wederstaan, al waren er net zoveel duivels als pannen op de refodaken! "Hier sta ik, ik kan niet anders en God Almachtig helpe mij."


http://www.derokendevlaswiek.nl