HERSTELD HERVORMDE (SCHIJN)BEKERING
HERSTELD HERVORMDE (SCHIJN)BEKERING  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Kandidaat Van Marle: Zonder bekering geen eeuwig leven
RD: 14-03-2011 08:50

RIJSSEN – „Zonder bekering geen leven, ook geen eeuwig leven”, zei kandidaat H. J. van Marle zaterdag in Rijssen. „Bekering is een hoofdthema in de Bijbel. De profeten roepen op tot bekering en de apostelen beginnen hun zending met het uitdrukkelijke bevel tot bekering en geloof.”

Marle-fragment:
In de geschriften van de oudvaders ontdekte hij (Marle) dat zij niet uitgaan van één bekeringsweg, maar van verschillende wegen. Zo ziet Wilhelmus à Brakel verschillen in tijdsspanne in de weg der bekering. „Ook de wijze en de intensiteit van het ontdekkend voorbereidend werk van de wet kunnen verschillen.

’s Middags sprak ds. D. Heemskerk uit Genemuiden over ”Genade en recht”.

Heemskerk-fragment:
Dat iemand bereid zou moeten zijn om naar de hel te gaan, noemde ds. Heemskerk „een misvatting die noch in het Oude, noch in het Nieuwe Testament, noch in enig gereformeerd belijdenisgeschrift te vinden is.” Hij waarschuwde ervoor de genade afhankelijk te maken van menselijke schuldbeleving, „want dat is nu juist die typische remonstrantse dwaling die door de Dordtse Leerregels werd veroordeeld. Het lijkt ootmoedig, maar het is hoogmoedig als wij menen naast Christus de toorn van God te kunnen dragen.”

Aan het slot van zijn lezing behandelde ds. Heemskerk het onderscheid tussen „genade door recht” en „genade voor recht.” Beide zijn waar, maar uitsluitend voor Christus gold „genade door recht”, omdat op Golgotha Christus alleen zonder enige steun van Zijn volgelingen het goddelijke recht ondervond. „Voor zondige mensen kan slechts de genade voor recht gelden.”

Klik op de Klik hier link ter inzage volledige RD-artikel

--------------------------------------------

COMMENTAAR
Eerst zullen we enkele kanttekeningen plaatsen bij hetgeen HHK-kandidaat Marle beweert over de bekeringswegen, die volgens hem verschillend kunnen zijn. Wat Marle heeft ontdekt bij de oudvaders, heeft absoluut geen onfeilbaar gezag. "Alleen de Schrift (Sola Scriptura)" is volgens Marle blijkbaar niet duidelijk genoeg. Daar moeten de oudvaders bijkomen, maar Gods Woord met oudvaders bewijzen is afgoderij. Bovendien blijkt duidelijk dat Marle het voorafgaande ontdekkende werk des Geestes onder de Wet tot de bekeringsweg(en) rekent, hetgeen volstrekt onbijbels is. Hij vermengt de wettische bekering in het kader van het stuk der ellende met de ware bekering in Christus in het leven der genade. De ware bekering vindt niet plaats op de brede weg, zoals wettisch berouw en een wettische bekering, maar op de smalle weg. De toeleidende wegen tot de ware bekering kunnen verschillen, maar de bekering zelf kan alleen in omstandigheden verschillen, maar niet in de zaak zelf. Er is slechts 1 smalle weg ten hemel en die Weg is Christus Zelf. Op die Weg kunnen wel de leidingen des Geestes verschillen, maar niet de Weg zelf. Al Gods kinderen wandelen op dezelfde Weg, op de smalle Weg in Christus ten hemel. Het is enerlei hart en enerlei weg. "En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om Mij te vrezen...", Jer. 32:39.

Overigens leert kandidaat Marle wel dat de Heilige Geest op een totale ontbloting van de zondaar aanwerkt, alvorens de zondaar op Christus zal gaan steunen als de enige grond tot behoud. Dat laatste is echter het enige bijbelse wat in het RD-artikel wordt genoemd.

De verwarring wordt echter compleet door de misleidende voorstellingen van zaken die door ds. D. Heemskerk worden gesuggereerd.
Hij stelt de onbijbelse term: "bedekte schuld is nog geen vergeven schuld" op 1 lijn met de bijbelse uitdrukkingen, nl. 'het toevallen van het recht' en 'het verloren gaan onder het recht'. Ds. Heemskerk gaat hier al op de misleidende toer.

De afgescheiden term 'bedekte schuld is nog geen vergeven schuld' is inderdaad onbijbels, want bedekte schuld is vergeven schuld, nl. zoals David daarvan spreekt in Psalm 32:1: "Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is."
Maar 'het toevallen van het recht' wordt wel in de Bijbel genoemd, hoewel zuiver onderscheiden van 'het verloren gaan onder het recht'.
'Gods recht toevallen' staat namelijk niet in het kader van het rechtvaardig zijn voor God. Met een toevallend recht is de ziel niet wedergeboren. Dat leert Gods Woord duidelijk. Achan, de beroerder van Israël, die zich aan het verbannene vergreep (1 Kron. 2:7), stemde toe dat God recht was: "Toen zeide Jozua tot Achan: Mijn zoon! Geef toch den HEERE, den God van Israel, de eer, en doe voor Hem belijdenis; en geef mij toch te kennen, wat gij gedaan hebt, verberg het voor mij niet. Achan nu antwoordde Jozua, en zeide: Voorwaar, ik heb tegen den HEERE, den God Israëls, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan", Joz. 7:19-20, maar hij stierf in zijn ongerechtigheid (Joz. 22:20).
We zien hetzelfde bij Judas de Iskarioth, die zijn zonde beleed en het recht Gods toestemde, "Zeggende: Ik heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed!" (Matth. 27:4), maar desondanks stierf hij in zijn zonde.

Gans anders is het gesteld met een ziel die verloren mag gaan onder het recht, ofwel der Wet sterft (Gal. 2:19a, en in en door Christus uit de geestelijke doodstaat wordt opgewekt (Joh. 5:25) ten leven (Gal. 2:19b). Dat is genade door recht, want Sion zal DOOR RECHT verlost worden en haar wederkerenden door gerechtigheid (Jes. 1:27).

Dat Sion door recht verlost wordt, wordt door ds. Heemskerk ontkend, maar daarmee ontkent hij de bevinding van de leer waarmee de Kerk staat of valt. Daarmee ontkent ds. Heemskerk de bijbelse toepassing van het heil.
Ook Hanna spreekt in het kader van Jesaja 1:27 vanuit haar eigen geloofsleven van het verloren gaan onder het recht. "De HEERE doodt en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen", 1 Samuel 2:6.
Dat zalige feit wordt door de ex-Synode-voorzitter van de HHK, ds. D. Heemskerk, keihard ontkend.

De voorwaardelijke suggestie die ds. Heemskerk opwerpt: "Dat iemand bereid zou moeten zijn om naar de hel te gaan", is een OPZETTELIJKE voorwaardelijkmakende voorstelling van zaken, waarmee ds. Heemskerk de leer der zaligheid, nl. genade door recht, in het kader van de heilstoe-eigening vervalst. Ds. Heemskerk werpt voorwaardelijke termen in de strijd om 'genade door recht' te vervalsen en daarvoor 'genade voor recht' in de plaats te stellen. Dit soort vervalsing is altijd kenmerkend voor degenen die 'genade door recht' ontkennen, omdat zij er zelf geen kennis aan hebben....

De Heilige Geest leert -o.a. bij monde van Hanna- NIET dat de mens de bereidheid moet opbrengen om naar de hel te gaan en onder het recht verloren te gaan, nee, Hanna zegt dat de HEERE het doet. "De HEERE doodt en maakt levend. Hij doet ter helle nederdalen, en Hij doet weder opkomen." De mens doet hierin TOTAAL NIETS, maar ondergaat hetgeen de Heere doet! Hetzelfde geldt voor het sterven aan de Wet, zoals Paulus daarvan spreekt in Galaten 2:19.

De waarschuwing van ds. Heemskerk jegens het afhankelijk maken van de genade van menselijke schuldbeleving, is volstrekt dubbel misleidend in het licht van zijn profane ontkenning van Hanna's hellevaart in het kader van Gal. 2:19a; haar hemelvaart in Christus, en haar getuigenis daarvan in 1 Samuel 2.

Ds. Heemskerk verwerpt dus de geloofsbevinding in het kader van de rechtvaardigmaking -nl. genade door recht- op een biblicistische wijze, omdat de uitdrukking "verloren gaan onder het recht" -zo zegt hij- niet letterlijk in de Bijbel staat". Die wijze van redeneren is de HHK-ketterij ten top!
Degenen die op een biblicistische wijze de Bijbel lezen en verstaan, zijn net zo bekeerd als de rijke jongeling en van hun drek niet gewassen. "Verloren gaan onder het recht", is, zoals we met en vanuit Gods Woord bewezen hebben, een voluit bijbelse uitdrukking en de geloofsrealiteit van de bevinding der heiligen.

De vraag en antwoord-uitdrukking van de Heidelberger: "Waaruit kent gij uw ellende? Antw. Uit de Wet Gods", staat ook niet letterlijk in de Bijbel, maar wie durft er te beweren dat deze wijze van spreken niet bijbels is? Paulus zegt in andere, onfeilbare bewoordingen, exact hetzelfde in Romeinen 3:30b en Romeinen 7:7b. Ook Hanna zegt in 1 Samuel 2:6 excact hetzelfde als de uitdrukking "onder het recht verloren gaan" bedoelt te zeggen.
Ds. Heemskerk noemt bovendien de door de Heilige Geest gebruikte termen t.a.v. het verloren gaan onder het recht Gods en het verlost worden dóór recht, zoals Hanna ervan spreekt in 1 Sam. 2:6, en zoals Paulus ervan spreekt in o.a. Romeinen 7:9 en Galaten 2:19, een belemmering om Christus te kennen. Wat God in Christus doet t.a.v. de bekering en de zaligheid in de toepassing, noemt ds. Heemskerk 'een belemmering'. God vormt dus volgens ds. H. een belemmering voor de zaligheid van Sion. Het toppunt van godslastering!

"Genade door recht" zou volgens ds. Heemskerk alleen voor Christus gelden. (Zie laatste alinea in RD-artikel via de Klik hier link).

Hiermee suggereert ds. Heemskerk dat Christus een daadwerkelijke zondaar was, die vergeving van zonde ontvangen heeft en dat noemt Heemskerk 'genade door recht'. Ik kan me op dit moment geen grotere godslastering bedenken, zoals Heemskerk die leert. Christus is tot zonde GEMAAKT. Christus heeft de volle toorn van Gods recht ondergaan als Plaatsbekleder voor de Zijnen en door Zijn offerande heeft Hij eeuwige gerechtigheid voor de Zijnen VERWORVEN die Hij voor Zichzelf volstrekt niet nodig had, want Christus heeft geen zonde gekend, noch gedaan. Hij kon niet zondigen, ook niet in Zijn menselijke natuur, omdat Hij Gods Zoon is. 'GENADE DOOR RECHT' GELDT DUS NIET CHRISTUS, MAAR DE KERK.

De HHK wordt dus aangevoerd door misleiders van de eerste orde, die het aandurven om de onfeilbare zielszaligende terminologie van de Heilige Geest t.a.v. de verlossing dóór recht, te ontkennen en die te verwerpen en de verworven gerechtigheid van Christus te belasteren, al ware Christus zelf een zondaar die vergeving van zonde nodig had. Dat is wat we noemen: Hersteld Hervormde Ketterij.


GPPB>


http://www.derokendevlaswiek.nl