Dr. W. Van Vlastuin maakt arminiaanse toepassing met zijn lering: "Wie God zoekt, krijgt Hem."
Gods Woord leert in Romeinen 3:11: "Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt."
Wie zocht er? Het verloren schaap of de Goede Herder?
Geen mens zoekt God; Christus zoekt verloren zondaren. Hij vindt ze, Hij redt ze, en draagt ze op Zijn schouders naar Huis. Dat is roeping, rechtvaardigmaking, heiligmaking en heerlijkmaking en dat alles in Christus, want Hij is Alles en in allen.
Gods Woord leert geen humanistische Christus die alle zondaren redt zondermeer, maar Een Die in Zichzelf bewogen is over gevallen Adamskinderen, waarvoor Hij te Zijner tijd gestorven is (Rom. 5:6). Christus is echter niet alleen bewogen over het lot van gevallen adamskinderen, want de eer en de ijver van Gods Huis verteerde Hem, omdat Hij de eer des Vaders liever had dan Zijn Eigen leven. Over dat laatste rept ds. Van Vlastuin met geen Woord en dus verkondigt hij niet de Christus der Schriften.
-------------------------------------------
|
|
Inluiding RD-artikel:
Hoe kan een hel samengaan met de liefde van God? Kunnen we wel geloven in een goede God die mensen naar de hel stuurt?
Van Vlastuin: Bovenstaande vragen kunnen in een ontmoeting met een ongelovige zomaar op tafel liggen. Het zijn overigens niet alleen vragen van ongelovigen, maar ook in het hart van de gelovige komen ze naar boven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we ons vaak verlegen voelen met de leer van de hel. In ons hart leeft een onzekerheid over de realiteit van de hel. Is dit niet te erg? Is dit wel naar ongelovigen te verdedigen? We kunnen de realiteit van de hel in mildere woorden omschrijven, zoals: gescheiden zijn van God. Alsof een ongelovige het erg vindt om zonder God te zijn.
Klik op de Klik hier link ter inzage RD-artikel van Van Vlastuin.
Commentaar Als dr. W. van Vlastuin de realiteit van de hel zich ooit zou gerealiseerd hebben, zou hij onlangs niet zo lichtvaardig in zee gegaan zijn met de valse oecumene "wijwilleneenheid", waarvan hij zich -zonder schuldbelijdenis- in een later stadium teruggetrokken heeft. In bovenstaand artikel blijkt Van Vlastuin nog dezelfde affiniteit te hebben met genoemde eenheid, aangezien hij een eenzijdig beeld van Christus leert. In het kader van het stuk der ellende wordt de hel door een verloren zondaar ingeleefd door de bediening des doods, en als God doortrekt wordt dat oordeel door de zondaar in kwestie ook gewillig aanvaard (Ps. 51: 2 ber.), namelijk als Gods rechtvaardige straf op de zonde(val). In het stuk der ellende wordt de hel realiteit in de inleving en daar heeft alleen Gods ware volk kennis aan. Hetgeen Van Vlastuin beweert, namelijk dat ook de gelovigen zich zouden afvragen of de hel niet in strijd is met Gods liefde, is een valse, ja, een duivelse voorstelling van zaken, want zo redeneren de ware gelovigen beslist niet, omdat zij door recht verlost zijn in de aanvaarding van de welverdiende straf. Al Gods ware kinderen zijn door recht in en door Christus gered in het oordeel van hun dode adamsbestaan en hebben Gods rechtvaardige vonnis over de zonde, namelijk de drievoudige dood gebillijkt (Lev. 26:41-43). De hel is voor Gods volk geen onbekende plaats, want daaruit zijn zij door Christus gered, geestelijk welteverstaan.
Aan het eind van zijn artikel zegt Van Vlastuin: "Het is wel van groot belang hoe we erover spreken. Laten we dat doen met de gezindheid van Jezus Christus Zelf: innerlijk met ontferming bewogen."
Hiermee geeft Van Vlastuin de gezindheid van Christus EENZIJDIG weer, en die eenzijdigheid is kenmerkend voor de nieuwe religie die Refoïsme heet, een religie die de naam moet hebben dat het leeft, maar in wezen morsdood is.
De ware gezindheid van Christus is niet alleen de gezindheid die Hij had als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegnam en voor Zijn vijanden bad; Christus is ook de Leeuw uit Juda's stam die de rechten van Zijn Vader heeft verdedigd in de opluistering van Zijn Goddelijke deugden. Christus heeft niet alleen bewogen over de hel gesproken, maar ook met heilige toorn: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:33. Het Refoïsme leert een eenzijdige, ofwel een valse christus, eentje die alleen bewogen is geweest met het lot van het gevallen menselijke geslacht. Dat is echter niet de Christus der Schriften. Christus was in de eerste plaats de Leeuw van Juda om voor de eer Zijns Vaders in te staan, zodat de ijver van Gods huis Hem verteerde. In die hoedanigheid heeft Christus de tempel gereinigd met een gesel, ijverende over Zijns Vaders huis, eer en Naam. Refoïst, ds. Van Vlastuin, leert dus een eenzijdige (= valse) christus, ten spijt van al zijn vrome en rechtzinnige woorden over God, zonde en de hel. Christus is niet alleen het Lam Gods, maar ook de Leeuw uit Juda' stam. Als Lam Gods heeft Hij Zich gewillig laten bespotten en aan het kruis laten slaan in plaats van Zijn volk, maar als de Leeuw uit de stam van Juda zegt Christus ook het tegenwoordige moderne, sanhedristische Refodom de wacht aan: "Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?" Matth. 23:33.
GPPB.
|
|