DR. P. DE VRIES & 1 KOR. 1:19-20
DR. P. DE VRIES (HHK) & 1 KORINTHE 1:19-20 ev.  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
Ontbreken kerkelijke opdracht geen argument voor afwijzen HSV
RD: 10-12-2010 11:29

Met het argument dat er geen kerkelijke opdracht voor de Herziene Statenvertaling is gegeven, worden ook veel andere reformatorische Bijbelvertalingen gediskwalificeerd, betoogt dr. P. de Vries.

Citaat uit RD-artikel:
"Dat het verdedigen van een Bijbelvertaling toevertrouwd zou kunnen worden aan predikanten die de brontalen niet kennen, is vanuit het perspectief van de Statenvertalers volstrekt ondenkbaar." (aldus dr. P. de Vries).

Klik op de Klik hier link ter inzage van volledige RD-artikel

-----------------------------------------

COMMENTAAR
Om maar direct met de deur in huis te vallen: Het is volstrekt ondenkbaar dat dominees met een doctorstitel per definitie de theologische wijsheid in pacht hebben. De pretenties van dr. Piet de Vries zijn volstrekt hooghartig. Gods Woord rekent finaal af met de pretenties van de wijsheid der doctorale wijzen: "Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?" 1 Kor. 1:19-20.

Recent is gebleken dat dr. De Vries aan geschiedvervalsing doet, door ds. Rowland Hill op een voetstuk te zetten, als ware ds. Hill een hoogverlichte predikant, een tweede Whitefield! - (ha-ha-ha-ha-ha-ha... GPPB.), terwijl de befaamde ds. W. Huntington Rowland Hill ontmaskerd heeft als zijnde een volbloed neonomiaan, die van bijbelse theologie net zoveel bevinding had als een kip van spruiten plukken.

In het citaat zegt De Vries dat het ondenkbaar is om het verdedigen van een bijbelvertaling aan predikanten toe te vertrouwen die de brontalen niet kennen. Dat geldt inderdaad voor (GBS) predikanten die zelf een dwaalleer leren, zoals ds. J.M.D. de Heer (GG) en ds. Zwartbol (OGG), die namens de GBS de HSV verwierpen en de SV verdedigden, terwijl genoemde predikanten zelf fundamenteel dwalen t.a.v. de leer van Christus en de bevinding daarvan. Zulke predikanten hebben zelfs het recht niet de SV te verdedigen, aangezien zij zelf volledig in strijd preken met de bijbelse hermeneutiek en de bevinding der heiligen.
Maar is dr. P. de Vries zelf wel in staat om de SV te verdedigen? Dat is ook te betwijfelen, aangezien hij Rowland Hill voor zuiver gereformeerd houdt, terwijl Hill een volbloed neonomiaan was. De geesten beproeven of zij uit God zijn, is bij dr. P. de Vries blijkbaar niet in goede handen. De Vries spreekt zich bovendien niet inhoudelijk uit over de verbasterde HSV. Om zulke subtiele doctorale neutraliteit is niemand verlegen.

Dr. De Vries suggereert echter ook dat geen van Gods kinderen die de brontalen niet machtig zijn, niet in staat zijn om de SV te verdedigen. De Vries acht daartoe alleen predikanten in staat die de brontalen kennen. Een grote illusie, want ik kan massa's predikanten opnoemen die de brontalen beheersen en toch niets weten van het geheim van zalig worden. Onbekeerde predikanten zijn -hoe geleerd ook- net zo goed onbekwaam om een bijbelvertaling te verdedigen, omdat zij niet weten wat zij leren, noch wat zij bevestigen. Bovendien begaat dr. De Vries een grote miskleun, door geen onderscheid te stellen tussen de bekwaamheid om een bijbelvertaling te verdedigen en de bekwaamheid om vanuit de grondtalen de Bijbel te vertalen. Om de Bijbel vanuit de grontalen te kunnen vertalen moeten er drie talen volledig beheersd worden, nl. de grondtalen, de taal waarin de Bijbel vertaald wordt en de tale Kanaans. In en ander artikel hebben we gezegd dat bijbelvertalers ook bekwame apologeten moeten zijn, die de theologie geleerd hebben aan de voeten van Christus en daarin geoefend zijn. Zelfs nieuwelingen in de genade zijn daartoe onbekwaam.
Geoefende kinderen Gods die onderlegd zijn in de Schriften en in de bijbelse theologie, zijn meer bekwaam om de SV te verdedigen dan het gros doctorale predikanten in onze dagen. De Vries acht het ondenkbaar dat genoemde kinderen Gods de SV kunnen verdedigen. Wat een nameloze hoogmoedige pretentie! Hetgeen De Vries beweert is in flagrante strijd met de woorden van Christus tot de Zijnen: "Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe gij u verantwoorden zult; want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten", Luk. 21:14-15.
Dr. P. de Vries heeft zelf blijk gegeven dat hij de gave des geestelijke onderscheids ten enen male mist. Dat maakt ook zijn verhaal (met name het citaat) in het RD-artikel dubieus. Het gros afgestudeerde predikanten in onze dagen mag zich terdege de Woorden Gods wel aantrekken, dat God niets om doctorale wijsheid geeft als zodanig. Nogmaals: "Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?" 1 Kor. 1:19-20.

GPPB.


http://www.derokendevlaswiek.nl