PRETPARKEN EN DE GG-GEZINDTE
PRETPARKEN EN DE GEREFORMEERDE GEZINDTE  Klik hier       
Plaats in winkelmandjeMandje
EEN LES VOOR HET BROODSPELENDE REFODOM

Pretparken en de gereformeerde gezindte
RefDag: 18-02-2010 11:26 | W. A. Zondag

Recessie of niet, pretparken doen goede zaken. De Efteling zag het aantal bezoekers in 2009 fors stijgen. Avonturenpark Hellendoorn had evenmin te klagen. Ook dit jaar wordt niet gevreesd voor een recessie, zo blijkt uit het deze maand verschenen SER-bulletin.

Jan Reuvers, directeur van Dolfinarium Harderwijk en Walibi World ziet zelfs kansen in een slecht draaiende economie. „In moeilijke tijden ga je op zoek naar afleiding. In het oude Rome wilde het volk al brood en spelen. In Nederland lijdt naar mijn mening niemand honger, dus moet je ervoor zorgen dat je spelen aanbiedt.”

Brood en spelen, veelzeggende woorden... Ze herinneren mij ergens aan. Was het niet het begin van de ondergang van het Romeinse Rijk? En waren het toen niet de christenen die zich afzijdig hielden, die niet naar de spelen gingen? Was dat niet mede de reden dat ze tot de dood toe vervolgd werden?

Vandaag de dag zien veel christenen (uit reformatorische hoek) het anders. Het bezoeken van pretparken lijkt volkomen normaal en geaccepteerd te zijn. Op zondag nog twee keer naar de kerk geweest en op maandag gezellig met z’n allen naar Avonturenpark Hellendoorn. Zelfs tweede paasdag, Hemelvaartsdag en tweede pinksterdag kunnen –uiteraard wel na de kerkgang– voor dit doel worden benut. Waarom ook niet?

Tja... Ik lees in ”De Christenreis” van Bunyan niet waaróm Getrouw en Christen met de vingers in de oren door de kermis van Stad IJdelheid liepen. Zó deden ze! Blijkbaar was het voor Bunyan en zijn lezers volstrekt ongerijmd dat een christen plezier zou maken op een kermis door bijvoorbeeld in een draaimolen te gaan zitten.

Ach ja, daar zit natuurlijk het verschil. Een pretpark is geen kermis! Nee, onze mensen gaan heus niet naar een kermis...

Zou Bunyan dat verschil ook zo hebben beschreven? Zo van: „Nadat Getrouw en Christen zich kostelijk hadden vermaakt in attractiepark ”Vrolijkheid Voor Allen” trokken zij, met de vingers in de oren, over de kermis van Stad IJdelheid?”

En zouden de vervolgde christenen uit de Romeinse tijd die niet naar de spelen van de keizer gingen wel naar pretparken zijn gegaan? Gaat het niet om hetzelfde type vermaak?

Hoe is het toch mogelijk om met vrede in je hart plaats te nemen in een achtbaan, te lopen door een sprookjesbos of je te bevinden in een grot waar boze geesten worden nagebootst? Ik kan mij daarvan geen voorstelling maken.

Laat ik het nog wat eenvoudiger vragen: Zou de Heere Jezus ons daar willen aantreffen? Kunnen we Hem daar ontmoeten? Ik stel deze vraag altijd aan mijn zoon als hij vraagt waarom „iets niet hoort.” Tot nog toe was het stellen van deze wedervraag voor hem het meest overtuigende antwoord.

Ik hoor gemopper. „We moeten toch ergens naar toe in de vakantie. Als we zo gaan praten, blijft er weinig over.” Maar is dat dan zo erg? Hebben de eerste christenen dat kruis niet blijmoedig gedragen?

De navolging van Christus kost (kleine en grotere) offers. Dat moeten en mogen ook onze kinderen al vroeg leren. Is het niet een heerlijk voorrecht: het „gij geheel anders”?

De auteur is hoogleraar arbeidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Klik op de Klik hier link ter inzage gehele RD-artikel


http://www.derokendevlaswiek.nl