|
Onderscheid tussen lichaam en ziel geen onzin RefDag: 02-07-2010 19:30 | gewijzigd 05-07-2010 20:58 | Dr. W. van Vlastuin
Citaat: 3. In het algemeen wordt thans aangenomen dat de Griekse inzichten niet na de vorming van het Nieuwe Testament in de christelijke theologie zijn verwerkt, maar dat Griekse denkstructuren reeds aanwezig waren in het jodendom toen het Nieuwe Testament werd geschreven. Het is goed mogelijk dat iemand als Paulus in zijn uiteenzettingen over de ziel gebruikt heeft gemaakt van Griekse inzichten en woorden. Dat heeft te maken met het wonderlijke geheimenis van de Heilige Geest. Hij heeft Paulus niet linea recta van boven geïnspireerd, maar de inspiratie van de Heilige Geest verliep via zijn opvoeding, vorming en de cultuur waarin hij leefde. Blijkbaar kon de Heilige Geest goed gebruikmaken van deze Griekse inzichten. Er is derhalve niets mis mee dat er in het denken over de ziel overeenkomst bestaat tussen het Griekse denken en het Nieuwe Testament. (Aldus dr. Van Vlastuin).
Klik op de klik hier link ter inzage volledige RD-artikel
----------------------------
COMMENTAAR Als we bovenstaand Van Vlastuin-citaat naast 2 Tim. 3:16-17 leggen, dan is hetgeen dr. Van Vlastuin leert profane Schriftkritiek. Van Vlastuin beweert dat de Bijbelschrijvers -met name Paulus- niet woordenlijks door de Heilige Geest geinspireerd zijn, maar dat de inspiratie van de Heilige Geest verliep via hun opvoeding, vorming en de cultuur waarin zij leefden. Blijkbaar kon de Heilige Geest goed gebruikmaken van deze Griekse inzichten. Dus van Vlastuin ontkent de woordenlijkse inspiratie des Heiligen Geestes, terwijl de Heilige Geest bij monde van Paulus leert: "Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is", 2 Tim. 3:16-17.
Kanttekenaren noteren bij: 57) Al de Schrift is Dat is, de ganse Schrift, gelijk dit woord alle genomen wordt 1 Cor. 13:2; waardoor verstaan worden voornamelijk de schriften des Ouden Testaments, van welke de schriften des Nieuwen Testaments ene nadere verklaring zijn, en die daarom mede daaronder begrepen worden, zoveel van deze geschreven waren, toen Paulus dezen brief schreef, kort voor zijnen door, 2 Tim. 4:6; hetwelk ook van de andere, die toen nog niet geschreven waren, desgelijks moet verstaan worden; zie 2 Petr. 3:16; Openb. 1:1, en Openb. 22:16, enz.
58) van God ingegeven, Grieks: van God ingeblazen; dat is, door ingeven van den Heiligen Geest, die een Geest der waarheid is, en de schrijvers van deze Schriften in alle waarheid geleid heeft, dat zij niet hebben kunnen dwalen; zie Joh. 16:13; 2 Petr. 1:20,21.
En in 2 Petrus 1:20 staat geschreven: "Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken."
Hoewel de Bijbelschrijvers geen mechanische werktuigen waren bij het schrijven van de Bijbel, is de Schrift wel woordenlijks ge-inspireerd. Niet de bijbelschrijvers, maar de Heilige Geest is Auteur van Gods Woord. Van Vlastuin maakt de Heilige Geest tot een loopjongen als hij zegt 'dat de Heilige Geest goed gebruik kon maken van Griekse inzichten ten aanzien van het schrijven van de Bijbel.' De inspiratie van de Heilige Geest liep via de opvoeding van Paulus -zegt Van Vlastuin- maar Paulus ontkent dat, want in zijn eertijds leefde hij zonder de Wet (Rom. 7:9). Hoe kan de inspiratie van de Heilige Geest via een wetteloze opvoeding lopen?
Wie ontkent dat de Heilige Geest de Heilige Schrift woordenlijks heeft ingegeven, is een valse leraar. Bij monde van Petrus waarschuwt de Heilige Geest uitdrukklelijk voor de valse leraren, met name die aan Schriftkritiek doen. "En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelven brengende; en velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden", 2 Pet. 2:1-2.
"Al de Schrift is van God ingegeven!" Wie hieraan tornt, op welke wijze dan ook, moet zich geen christen meer noemen. Kerken die dit soort Van Vlastuin-aanslagen op het Woord ongecensureerd laten, houden op kerk te zijn in de ware zin van het Woord.
Van Vlastuin: "Ondanks de zonde zijn we nog altijd een werkelijk schepsel met een echte wil."
Dat is echt door de duivel ingegeven, wat Van Vlastuin hierboven zegt. Juist door de zondeval zijn we gevallen schepselen geworden met een GEKNECHTE wil. Een geknechte wil is geen echte wil, maar een slaafse. De mens van nature is niet vrij om te willen, zoals Van Vlastuin beweert, want de gevallen mens heeft zijn wil verkocht aan de duivel, om te willen wat de duivel wil. Dat laatste blijkt uit het artikel van Van Vlastuin maar al te duidelijk. Om van te gruwen.
Van Vlastuin: "Het aangrijpende is dat we zonde vrij-wil-lig doen."
Van Vlastuin bezigt hierboven een zeer gevaarlijke uitspraak. Hij noemt hierboven slechts een symptoom, want als de mens de zonde alleen vrijwillig zou doen, kan de mens de zonde ook vrijwillig nalaten, hetgeen zonder zaligmakende genade onmogelijk is. De mens van nature doet de zonde MOEDWILLIG! De zondeval was vooral moedwillig, dus met opzet. De mens is geen slachtoffer, maar schuldenaar voor God, ja, met de ganse wereld voor God verdoemelijk. Alleen de gerechtigheid van Christus, redt van de dood.
GPPB.
|
|