|
Er zijn belangrijkere zaken voor reformatorische christenen dan het imago van hun zuil, meent M. J. de Vries. Er is sprake van een geestelijke strijd, die met geestelijke wapens gestreden moet worden.
Wat dan? Dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten (Matth. 17:21). Dat is de weg van verootmoediging voor de Heere en Hem smeken of Hij wil opstaan en gedachtig wil zijn aan een volk met een kerk die alles heeft bedorven en waarvan de zonden hemelhoog zijn. In die weg is er nog verwachting. Tegen zo’n alliantie kan de wereld niet op!
Uiteraard zijn er grote zorgen, waarvan het goed is om die te overdenken. Om zo ook met ons verstand posities in te kunnen nemen in een postchristelijke tijd. Laat dit een onderwerp zijn dat vooral ook binnen kerkelijke structuren een plek mag krijgen. Op een kerkenraadsvergadering, middels toerusting op gemeenteavonden, in het ambtelijke en het persoonlijke gebed. Zijn we een zoutend zout en een lichtend licht?
De auteur is belastingadviseur, ouderling in de Gereformeerde Gemeenten en betrokken bij evangelisatiewerk in Rotterdam.
Klik op de Klik hier link ter inzage gehele RD-artikel
Commentaar Mijn haren rijzen ten berge met welke ontzettende vrome praat, doctoren, dominees en ouderlingen de vrome klaas willen uithangen omtrent het ach en wee binnen de refozuil, terwijl men de kerkjeugd onder een kerkelijke vlag op de brede weg des verderfs laat voortgaan ter helle via de kerkelijke jeugdbonden. Er is geen kerk en geen dominee die over het zieleheil van de kerkjeugd inzit. Ook ouderling M.J. de Vries niet. Wie dat wel denkt, leeft in een droomwereld. Als u -heer De Vries- Matth. 17:21 aanhaalt, is dat niets anders dan provocatie jegens een heilig God. Zolang jullie met je vrome gezichten de kerkelijke JBGG-activiteiten (zie plaatje) aan de hand houden, is al die vrome praat, slechts spotten met God en maakt u de ware bijbelse religie meer dan belachelijk. Heer De Vries, u liegt tegen God, u liegt alles bij elkaar. U hebt geen besef wie God is, want anders zou u niet met deze vrome praat de godtergende kermisactiviteiten van uw GGJB bedekken alsof zij niet bestaan. Ten spijt van al die vrome praat gaat alles gewoon door. Het ene vrome stuk is nog niet geschreven, of het andere vrome stuk rolt al weer van de pers, maar er is niemand die daadwerkelijk voor God in de schuld komt, want anders zouden we TOTAAL andere dingen gaan beleven. Dan zouden de kerkelijke babeltorens verdwijnen. Dan zouden de kerkelijke jeugdbonden in hun huidige bestaan opgeheven worden. Dan zouden praktisch alle dominees en ouderlingen hun ambt neerleggen, omdat zij God niet vrezen en niet van God geroepen zijn. Dan zou het RD, die al deze vrome godsdienst nog een extra dimensie geeft, zichzelf opheffen. Dan zou men het bestaan van een Refozuil ontkennen, want een Refozuil bestaat alleen in de verbeeldingskracht van schijnchristenen. Dan zou men dag en nacht tot God roepen om ontferming in het kader van vrijwillige strafaanvaarding. Genoemd RD-artikel is de zoveelste kerkelijke refoshow en hoeveel zullen er nog volgen? Men praat over verootmoediging, maar ondertussen blijft men God tarten op een heidense wijze, door alle kerkelijke ongerechtigheid te bedekken met de zogenaamde mantel der liefde. Die judasmantel moet verbrand worden, want het is komedie, bedrog, laagheid, valsheid, godslastering, enz. Met zijn voorgewende 'verootmoedigheid' roept De Vries alleen maar de oordelen in. God steekt dwars door deze kerkelijke komedie heen: "Want ofschoon gij Mij brandofferen offert, mitsgaders uw spijsofferen, Ik heb er toch geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten mag Ik niet aanzien. Doe het getier uwer liederen van Mij weg; ook mag Ik uwer luiten spel niet horen", Amos 5:22-23.
GPPB.
|
|